Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0528/GB, 9 juni 2016, beroep
Uitspraakdatum:09-06-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/528/GB

Betreft: [klager] datum: 9 juni 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 februari 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsman mr. M. de Reus, op 12 mei 2016 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem terug te plaatsen in de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 16 september 2011 gedetineerd. Hij verbleef in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard. Op 30 december 2015 is hij teruggeplaatst in de p.i. Dordrecht, waar een regime van beperkte
gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Het opgegeven verlofadres was goedgekeurd. Klager ging op vrijdag 18 december 2015 met verlof. Hij kwam rond een uur of acht of negen in de avond op het verlofadres aan. Toen pas merkte klager dat er geen elektriciteit was. Achteraf bleek dus dat een
dag eerder al gas en elektra waren afgesloten. Hij kon toen niet bellen met de reclassering. Klager heeft een nacht thuis bij zijn zus geslapen en een nacht doorgebracht op het adres van zijn broer. Het verlof was op maandag afgelopen. Klager heeft
zich
gemeld bij de inrichting om 15.15 uur. Hij heeft geen enkele telefoonoproep gemist. Klager moest de reclassering bellen. Hij heeft toen verteld waar hij was geweest en ook verteld dat het nummer waarmee hij belde, zijn telefoonnummer was. Toen bleek
dat
de reclassering dit nummer niet had. Het klopt dat klager tijdens zijn verlof een biertje heeft gedronken. Klager verblijft nog steeds in het plusregime. Hij is niet gedegradeerd. De raadsman heeft aangevoerd dat klager inderdaad de ver-lofvoorwaarden
heeft overtreden, doordat hij een biertje heeft gedronken. Als reactie hierop is het eerstkomende verlof ingetrokken. De overtreding is kennelijk niet zo zwaar dat klager gedegradeerd zou moeten worden. Dat klager vervolgens naar een gesloten
inrichting
is overgeplaatst, is een te zware reactie.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager kreeg voor de regimaire verloven een locatiegebod opgelegd, gecontroleerd door middel van GPS. Tijdens zijn eerste regimair verlof heeft klager dit locatiegebod genegeerd. In beroep is een - niet leesbaar - bewijs overgelegd waaruit de
afsluiting
van gas en elektra op het verlofadres blijkt. De afsluiting zou plaatsvinden een dag voordat het verlof genoten werd. De medebewoner had klager dus voor het verlof al kunnen informeren over deze afsluiting. Klager zelf had ook in overleg kunnen treden
met de inrichting. Klager heeft dit nagelaten en het verlof doorgebracht op een (niet gecontroleerd en goedgekeurd) adres. Verder heeft klager de enkelband niet opgeladen. Bij terugkeer in de inrichting is alcoholgebruik geconstateerd. Ook was klager
niet bereikbaar op een door hem opgegeven telefoonnummer. Klager kan niet omgaan met vrijheden. Er zijn voldoende redenen om geen vertrouwen te hebben in een voorzetting van verblijf in een inrichting met regimaire verloven. De weigeringsgronden als
bedoeld in artikel 4, onder c, d en j van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting zijn van toepassing.

3.3. Uit het selectieadvies van 29 december 2015 van de locatie Zuyder Bos blijkt dat de reclassering heeft geconstateerd dat klager geen enkel moment heeft doorgebracht op het verlofadres, terwijl hij een locatiegebod opgelegd had gekregen om op
dat
adres te verblijven van 23.00 uur tot 08.00 uur. Tevens bleek het telefoonnummer dat klager had opgegeven, niet in werking. De meldkamer heeft getracht klager te waarschuwen door de enkelband extra te laten trillen, maar klager heeft telefonisch niet
gereageerd. Klager heeft de batterij van de enkelband, toen deze leeg was, slechts tien minuten opgeladen. Vanwege het vorenstaande heeft de directeur van de locatie Zuyder Bos klager aangeboden voor herselectie en geadviseerd klager over te plaatsen
naar een normaal beveiligde inrichting.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden kunnen in een beperkt beveiligde inrichting gedetineerden worden geplaatst die een beperkt vlucht- en maatschappelijk risico vormen, een strafrestant
hebben van maximaal achttien maanden, beschikken over een aanvaardbaar verlofadres en die zijn gepromoveerd (wijziging van de Regeling met ingang van 1 maart 2014, Stcrt. 2014, nr. 4617).

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij neemt de beroepscommissie in aanmerking
dat klager – toen hij merkte dat geen elektra en gas aanwezig was op het goedgekeurd verlofadres – in contact had dienen te treden met de reclassering of, buiten kantoortijden, in contact had kunnen treden met de inrichting. Daarnaast is klager er zelf
verantwoordelijk voor dat de reclassering over het juiste telefoonnummer beschikt. Van dit alles is niet gebleken. Bovendien heeft klager toegegeven dat hij de algemene voorwaarden heeft overtreden door tijdens het verlof een alcoholisch drankje te
nuttigen. Voornoemde omstandigheden in onderling verband en samenhang bezien, maken dat het beroep ongegrond is.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 9 juni 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven