Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/4211/GA, 10 mei 2016, beroep
Uitspraakdatum:10-05-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/4211/GA

betreft: [klager] datum: 10 mei 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C.W. Dirkzwager, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 11 december 2015 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Leeuwarden,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Leeuwarden in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de omstandigheid dat klager niet in de gelegenheid is gesteld te luchten op 20 september 2015.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager heeft niet mogen luchten op de dag dat hij in de strafcel is geplaatst. Verwezen wordt naar RSJ 20 november 2006,
06/1407/GA.

De directeur heeft hierop niet gereageerd.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 49, eerste lid, van de Pbw heeft een gedetineerde recht op dagelijks verblijf in de buitenlucht, voor zover zijn gezondheid zich daar niet tegen verzet. De directeur draagt zorg dat de gedetineerde in de gelegenheid wordt gesteld
dagelijks tenminste een uur in de buitenlucht te verblijven. Nu de directeur tegenover de beklagcommissie heeft aangegeven dat niet meer te achterhalen is of klager op 20 september 2015 in de gelegenheid is gesteld te luchten – hetgeen de
beroepscommissie bevreemdt nu zoiets in een doorgaans bij te houden logboek zou moeten zijn terug te vinden – dient aan klager in dit geval het voordeel van de twijfel te worden gegeven en dient te worden geoordeeld dat hij ten onrechte niet in de
gelegenheid is gesteld om die dag te luchten. Dat maakt dat de uitspraak van de beklagcommissie niet in stand kan blijven en het beklag alsnog gegrond zal worden verklaard. De beroepscommissie zal aan klager een tegemoetkoming toekennen van € 5,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. A. van Holten en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. R. Boerhof, secretaris, op 10 mei 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven