Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0533/GB, 27 mei 2016, beroep
Uitspraakdatum:27-05-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/533/GB

Betreft: [klager] datum: 27 mei 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 1 februari 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot plaatsing in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Veenhuizen, locatie Esserheem, afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 16 februari 2015 gedetineerd. Hij verblijft in de p.i. Leeuwarden. Op 1 februari 2016 is klagers verzoek tot overplaatsing naar de locatie Esserheem afgewezen.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager ontvangt weliswaar bezoek in de p.i. Leeuwarden, maar dat kost hen veel moeite en geld. Een reis naar de p.i. Leeuwarden is voor hen prijzig in vergelijking met een reis naar de locatie
Esserheem. Klager ontvangt wekelijks bezoek, maar in de verwachting dat hij spoedig zou worden overgeplaatst naar de locatie Esserheem. Als klager nog veel langer in Leeuwarden moet verblijven, wordt het bezoek onnodig op kosten gejaagd en zal het
bezoek in rap tempo afnemen. Verder kan klagers gevoel van onveiligheid, ondanks het ontbreken van concrete feiten, wel degelijk aanwezig zijn. In zijn algemeenheid kan daarbij worden gewezen op bijvoorbeeld de omgang met gedetineerden alsmede het
personeel. Onnodige spanning – ook alleen aan de zijde van klager – kan voorkomen worden door een overplaatsing.
Klager betaalt het bezoek van zijn vriendin en zoontje. Klagers moeder en opa zijn nog steeds niet op bezoek geweest. Indien klager wordt overgeplaatst naar de locatie Esserheem, kunnen zij in Assen bij klagers tante overnachten en hem wel bezoeken.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Klager is op eigen voorkeur geplaatst in de p.i. Leeuwarden. Hij blijft daar niet verstoken van bezoek, hij ontvangt wekelijks bezoek van zijn vriendin en kind
die in Delft woonachtig zijn. Zijn stelling dat zijn moeder en opa hem wel kunnen bezoeken, als klager wordt overgeplaatst naar de locatie Esserheem, is niet nader onderbouwd en aangetoond. Klager voelt zich niet veilig in de p.i. Leeuwarden, maar dit
heeft hij niet met concrete feiten onderbouwd.

4. De beoordeling
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking het
selectieadvies van 27 januari 2016 van de directeur van de p.i. Leeuwarden, waaruit blijkt dat klager in de p.i. Leeuwarden niet geheel is verstoken van bezoek. Klager ontvangt bezoek van kennissen en familie. Vooral zijn vriendin en zoontje komen
wekelijks bij hem op bezoek. Klagers stelling dat hij zich in de inrichting onveilig voelt, is in het geheel niet onderbouwd. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 27 mei 2016

secretaris voorzitter

Naar boven