Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/592/SGA, 26 februari 2016, schorsing
Uitspraakdatum:26-02-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 16/592/SGA
Betreft : [klager] datum: 26 februari 2016

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. S.G.E. Koumans, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 20 februari 2016, inhoudende de oplegging van een ordemaatregel van
plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van vijf dagen, ingaande op 24 februari 2016 om 20.00 uur en eindigend op 29 februari 2016 om 20.00 uur, wegens het niet meewerken aan de visitatieprocedure, het aannemen van een agressieve
houding en het geven van een schouderduw aan een personeelslid.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 25 februari 2016 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 26 februari 2016.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter vormen het niet meewerken aan visitatie, het aannemen van een agressieve houding en het geven van een schouderduw aan een personeelslid gedragingen van verzoeker die aanleiding kunnen zijn voor het opleggen
van een disciplinaire straf. Er is echter sprake van oplegging van een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel als bedoeld in artikel 24, eerste lid in verbinding met artikel 23, eerste lid, van de Pbw. Nu niet blijkt van
specifieke feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de Pbw die tot het opleggen van die maatregel nopen, is de ordemaatregel opgelegd in strijd met de wet. Om die reden komt de beslissing ertoe voor schorsing aanmerking.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment dat de beklagcommissie op het onderliggende beklag zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. J.W. Rijkers, voorzitter, in tegenwoordigheid van
mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 26 februari 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven