Nummer: 16/589/GB
Betreft: [klager] datum: 17 mei 2016
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.J. Serrarens, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 13 januari 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op 25 april 2016 stond het rogatoir verhoor van klager door een lid van de Raad gepland. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt. Klagers raadsvrouw mr. J.J. Serrarens is wel verschenen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de
beslissing hem te plaatsen in de afdeling voor beheersproblematische
gedetineerden (BPG) van de locatie De Schie ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 7 november 2006 gedetineerd. Hij verbleef sinds 19 november 2015 in de penitentiaire inrichting (p.i.) Arnhem, van waaruit hij op 7 januari 2016 is geplaatst in de landelijke afzonderingscel van de p.i. Vught. Op 13
januari 2016 is hij geplaatst in de BPG van de locatie De Schie, waar een
individueel regime geldt.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De beslissing klager te
selecteren voor de BPG is met name gebaseerd op de door de p.i. Arnhem
geschreven rapportages omtrent de gebeurtenissen op 5 januari 2016.
Deze rapportages geven geen correct beeld van wat zich heeft voorgedaan.
Klager is zijn verblijfsruimte ingegaan, omdat alarm was geslagen en een aantal personeelsleden voor zijn gevoel dreigend op hem af kwam. Het personeel heeft klagers buurman bij klager in de verblijfsruimte geplaatst en de deur van buiten afgesloten.
Klager is dus niet verantwoordelijk voor het feit dat de
medegedetineerde met hem in zijn verblijfsruimte was ingesloten. Klager heeft de deur niet gebarricadeerd. Het personeel heeft niet geconstateerd dat klager vernielingen heeft aangericht. De inventaris was al kapot gemaakt, voordat hij samen met de
medegedetineerde werd ingesloten. De medegedetineerde werd bedreigd door andere gedetineerden en klager gaat er vanuit dat hij als buurman daarvan de dupe is geworden. Toen klager constateerde dat de inventaris was vernield, heeft hij direct op het
knopje van de intercom gedrukt. Op die oproep heeft het personeel niet gereageerd. Bijna alle overplaatsingen van klager zijn op eigen verzoek geschied. De reden daarvoor is dat klager alleen kan gedijen in een rustige en prikkelarme omgeving. Uit
diverse eerdere rapportages blijkt ook dat klager het beste op een afdeling van 24 tot 30 gedetineerden kan verblijven. De selectiefunctionaris gaat er ten onrechte vanuit dat klager in Veenhuizen een
medegedetineerde ernstig heeft mishandeld. Dat is uitsluitend een vermoeden. Klager doet het goed op de BPG. Er was een advies afgegeven om klager over te plaatsen. De selectiefunctionaris heeft beslist dat nog niet te doen, zodat klager kan laten zien
hoe hij met teleurstellingen kan omgaan.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Na een beslissing tot overplaatsing naar de p.i. Almelo op 5 januari 2016 is klager van streek geraakt en is een incident ontstaan. Klager is samen met zijn buurman de
verblijfsruimte binnengegaan en heeft de deur gebarricadeerd. De gehele
celinventaris is kapot gemaakt. Uiteindelijk heeft het IBT klager in de strafcel moeten plaatsen. Op 7 januari 2016 is klager geplaatst op de landelijke
afzonderingsafdeling van de p.i. Vught. Het incident heeft een groot gevoel van onveiligheid binnen de p.i. Arnhem veroorzaakt, waardoor een terugplaatsing niet mogelijk was. Gelet op de ernst van het incident en het door klager
vertoonde gedrag is plaatsing in de BPG geïndiceerd.
4. De beoordeling
4.1. De BPG van de locatie De Schie is een inrichting voor mannen met een
individueel regime en een uitgebreid beveiligingsniveau.
4.2. Een (al dan niet onherroepelijk) tot gevangenisstraf veroordeelde gedetineerde dient te worden geplaatst in een inrichting met een regime van algehele of
beperkte gemeenschap, tenzij plaatsing in een individueel regime noodzakelijk is. In het individueel regime kunnen gedetineerden worden geplaatst die op grond van hun persoonlijkheid, gedrag of andere persoonlijke omstandigheden, een
ernstig beheersrisico vormen voor zichzelf of anderen en ten gevolge daarvan niet in staat zijn in een regime van algehele of beperkte gemeenschap te
functioneren of te verblijven.
Gelet op de omtrent klagers persoonlijkheid en gedrag en betrokkenheid bij het incident op 5 januari 2016 verstrekte gegevens in het selectieadvies van de
directeur van de p.i. Arnhem van 7 januari 2016, is de beslissing van de selectiefunctionaris klager te plaatsen in de BPG van de locatie De Schie niet als
onredelijk of onbillijk aan te merken. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 17 mei 2016.
secretaris voorzitter