Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0334/GA, 17 mei 2016, beroep
Uitspraakdatum:17-05-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/334/GA

betreft: [...] datum: 17 mei 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 25 januari 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Esserheem te Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Esserheem in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het terugplaatsen van klager in de inrichting vanuit de FPA te Zuidlaren.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager is ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag. De beslissing van de directeur is op 21 november 2015 aan hem uitgereikt en hij is op 27
november 2015 in beklag gegaan. Klager verzoekt om een tegemoetkoming voor het geleden ongemak.

De directeur heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De beslissing is op 21 november 2015 uitgereikt, maar is bij klager al bekend sinds 17 november 2015, nu klager op die datum is teruggeplaatst. Klager
is derhalve terecht door de beklagrechter niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag. Voorts is de beslissing klager terug te plaatsen vanuit de FPA niet onredelijk, nu er sprake was van meerdere incidenten binnen de FPA. Klager is inmiddels op zijn
verzoek door de selectiefunctionaris wederom geplaatst in de FPA te Zuidlaren. Nu hiermee het belang van zijn klacht is komen te ontvallen, dient klager niet-ontvankelijk verklaard te worden in zijn beroep.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht klager in zijn beroep ontvankelijk, nu klager tevens om een tegemoetkoming heeft gevraagd en hij daardoor, anders dan de directeur heeft gesteld, wel belang bij het beroep heeft.

Uit de door klager overgelegde schriftelijke mededeling blijkt dat deze op 21 november 2015 aan klager is uitgereikt. Op de beschikking staat eveneens te lezen dat een klacht binnen zeven dagen na uitreiking van de beschikking dient te worden
ingediend.
Nu het klaagschrift gedateerd is op 27 november 2015, is geen sprake van een termijnoverschrijding. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagrechter derhalve vernietigen en klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag verklaren.

De beroepscommissie zal het beklag evenwel ongegrond verklaren, nu zij de beslissing tot terugplaatsing van klager in de inrichting, die gestoeld is op het bepaalde in artikel 31, zesde lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van
gedetineerden, op basis van de door de directeur vermelde incidenten in de FPA niet onredelijk of onbillijk acht.

4. De uitspraak
De beroepscommissie ontvangt klager in het beroep, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. A. van Holten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
P. de Vries, secretaris, op 17 mei 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven