nummer: 16/544/GM
betreft: [klager] datum: 13 mei 2016
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. Wezepoel, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel,
alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 12 februari 2016 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.
Ter zitting van de beroepscommissie van 26 april 2016, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel is een kantoorgenoot van klagers raadsvrouw, mr. M. van Stratum, gehoord.
Klager en de inrichtingsarts van de locatie Sittard zijn niet ter zitting verschenen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 29 december 2015, betreft het feit dat klager Concerta krijgt voorgeschreven in plaats van Ritalin.
2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Namens klager is de klacht als volgt – zakelijk weergegeven –toegelicht. Klager is sinds ruim drie jaar gedetineerd. Voor die tijd slikte klager al Ritalin. Tijdens zijn detentie heeft hij ook altijd Ritalin geslikt, totdat hij in december 2015 op
eigen
verzoek naar de locatie Sittard werd overgeplaatst. In de locatie Sittard werd aan klager, zonder tussenkomst van een psychiater, medegedeeld dat zijn medicatie werd omgezet naar Concerta.
Klager heeft al eens eerder, in de p.i. Vught, Concerta voorgeschreven gekregen. Dat is toen verkeerd gevallen. Klager voelt zich momenteel weer ellendig door het gebruik van Concerta. Hij heeft last van hartkloppingen, onrust, misselijkheid en hij
valt
af. Hij vindt het niet zorgvuldig dat aan hem Concerta in plaats van Ritalin is voorgeschreven terwijl al eerder was gebleken dat hij niet goed reageerde op Concerta. Voorts vindt klager het onzorgvuldig dat zijn medicatie abrupt, en zonder een gesprek
met een psychiater, is omgezet terwijl geen noodzaak bestond voor aanpassing van zijn medicatie. De psychiater heeft klager pas weken later bezocht om te praten over de wijziging van de medicatie. Klager verzoekt om toekenning van een tegemoetkoming.
De inrichtingsarts heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de medisch adviseur, schriftelijk als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager suggereert dat zijn medicatie is gewijzigd zonder tussenkomst van een arts of psychiater. Dit is
niet juist. Het Huisarts Informatie Systeem (his) is zo ingericht dat alle medicatievoorschriften door de inrichtingsarts gezien en geaccordeerd dienen te worden. Voorts klopt het niet dat klagers medicatie zou zijn omgezet om economische redenen. De
prijs van Concerta is vele malen hoger dan die van Ritalin. Concerta wordt door verzekeraars buiten detentie vaak niet vergoed. Dat Concerta andere bijwerkingen zou hebben dan Ritalin wordt door de inrichtingsarts bestreden. Beide middelen hebben
dezelfde werkzame stof. Concerta is op een dergelijke manier in tabletvorm gemaakt dat het moedertablet het lichaam weer verlaat en geen bijwerkingen van bijproducten verwacht mogen worden. Wetenschappelijke studies bevestigen dit. Concerta geeft een
gelijkmatige spiegel in het bloed; in tegenstelling tot Ritalin. Op basis hiervan heeft Concerta klinisch en farmacologisch de voorkeur. Ritalin wordt bovendien op verschillende manieren misbruikt: het wordt vermalen en gesnoven, het wordt verhandeld,
gedetineerden worden onder druk gezet het af te staan en gedetineerden met verslavingsproblematiek maken er in hoge mate misbruik van. Gelet hierop heeft justitie bij het voorschrijfbeleid in p.i.’s een uitgesproken voorkeur voor langwerkende
psychofarmaca. Dat er veel collega’s zijn die dit beleid nog niet volledig implementeren weerhoudt de inrichtingsarts er niet van zijn verantwoordelijkheid te nemen.
3. De beoordeling
Uit de stukken, waaronder begrepen het medisch dossier, blijkt dat aan klager in plaats van Ritalin Concerta is voorgeschreven. Ritalin en Concerta bevatten beide methylfenidaat als werkzame stof. Bekend is dat er aanwijzingen zijn dat Concerta een
minder groot roeseffect heeft dan Ritalin, waardoor Concerta mogelijk minder verslavend is dan Ritalin. In penitentiaire inrichtingen geldt het beleid om bij voorkeur Concerta voor te schrijven. Ook in het Farmacotherapeutisch Kompas, een gids voor
artsen voor het voorschrijven van medicijnen, wordt de voorkeur gegeven aan Concerta boven Ritalin. Volgens het Kompas is er geen verschil in de werkzaamheid en de bijwerkingen van Concerta respectievelijk Ritalin aangetoond. Niet aannemelijk is dat
klager last heeft (gehad) van bijwerkingen die Concerta wel en Ritalin niet zou hebben. De beroepscommissie is, gelet op het bovenstaande, van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28
Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, J.G.J. de Boer en dr. ing. C.J. Ruissen, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 13 mei 2016
secretaris voorzitter