Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 99/0274/GB, 26 september 1999, beroep
Uitspraakdatum:26-09-1999

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: B 99/274/GB

Betreft: [klager] datum: 26 september 1999

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (PBW) heeft kennis genomen van een op 28 juni 1999 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. G.E.M.Later, namens

[...], geboren op [1969], verder te noemen appellant,

gericht tegen een beslissing van omstreeks 17 juni 1999, door de raadsvrouw toegeschreven aan de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de reactie van de selectiefunctionaris op het beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De beslissing betreft overbrenging van appellant op 17 juni 1999 vanuit het huis van bewaring Ter Apel naar het Penitentiair Ziekenhuis te Den Haag.
De selectiefunctionaris heeft d.d. 8 augustus 1999 bericht dat hij dienaangaande geen beslissing heeft genomen.

2. De feiten
Appellant heeft verbleven in het huis van bewaring te Ter Apel, in vreemdelingen-bewaring als bedoeld in art. 26, eerste lid onder a, van de Veemdelingenwet. Hij is van 17 juni 1999 tot 28 juni 1999 vanuit dit huis van bewaringopgenomen geweest in het Penitentiair Ziekenhuis te Den Haag. In dit tijdvak bleef hij administratief behoren tot de bezetting van het huis van bewaring. Op 31 augustus 1999 is hij door de Vreemdelingendienst in vrijheid gesteld.

3. Ontvankelijkheid
De overbrenging naar het Penitentiair Ziekenhuis, dat de status van huis van bewaring heeft, kan niet worden beschouwd als een beslissing tot overplaatsing als bedoeld in hoofdstuk IV, paragraaf 1, van de PBW.
Appellant kan daarom niet in het beroep worden ontvangen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart appellant niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. G.J. te Loo en mr. R.J.A. Meertens-Zeeman, leden, in tegenwoordigheid van mr. C.F. Swart-Babbé, secretaris, op 29 september 1999

secretaris voorzitter

Naar boven