Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/4230/TA, 2 mei 2016, beroep
Uitspraakdatum:02-05-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/4230/TA

betreft: [klager] datum: 2 mei 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. B.J. Tieman, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 20 november 2015 van de beklagcommissie bij FPC De Kijvelanden, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 25 maart 2016, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting gehoord [...], hoofd behandeling, en [...], juridisch medewerker.
Klager en zijn raadsman waren verhinderd ter zitting te verschijnen.
Als toehoorder was aanwezig mr. E.W. Bevaart, coördinator bij de afdeling rechtspraak van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming.

Van het verhandelde ter zitting is een verslag opgemaakt waarin onder meer is vermeld dat het door mr. B.J. Tieman gedane aanhoudingsverzoek is afgewezen. Klager en zijn raadsman zijn in de gelegenheid gesteld op het verslag te reageren, maar hebben
hier geen gebruik van gemaakt.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft, voor zover in beroep aan de orde, de geluidsoverlast die klager dagelijks ondervond door de geluidsinstallaties van medepatiënten naast hem (K-2015-000365).

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt schriftelijk als volgt toegelicht. Klager is als autist erg gevoelig en raakt door de geluidsoverlast uit balans. Klagers raadsman heeft de geluidsoverlast aan den lijve
ondervonden. De muziek van een medepatiënt stond krankzinnig hard. Zelfs met een dichte deur was sprake van een enorm lawaai over de hele afdeling. In klagers kamer moet dit nog erger zijn geweest. Het personeel greep niet in, terwijl klager vaak over
de geluidsoverlast heeft geklaagd. Volgens klager is sprake van een inbreuk op zijn persoonlijke rust. Ook is sprake van het nalaten van het creëren van een gezonde leefomgeving en een deugdelijke behandelsetting.
Klager verzoekt om toekenning van een tegemoetkoming.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager is een complexe man met een autistische stoornis. Daarnaast heeft hij last van psychotische belevingen. Zijn draagkracht
is
zeer gering en hij reageert op elke prikkel. Het contact met medeverpleegden blijft beperkt tot één uur per dag.
Klager klaagde voortdurend over geluidsoverlast, vaak ‘s nachts, waarna de nachtdienst naar de afdeling ging. Soms was er niets aan de hand en soms lagen patiënten met elkaar in de clinch. Het was vaak lastig te objectiveren wat er precies aan de hand
was. Klager was de enige die over de desbetreffende medepatiënt klaagde. In het algemeen geldt dat de veroorzaker van geluidsoverlast eerst wordt gewaarschuwd en, in het geval hier geen gehoor aan wordt gegeven, de stroom eraf wordt gehaald als het
gaat
om overlast door middel van elektronische apparatuur. Dat gebeurt altijd en moet in het onderhavige geval ook zijn gebeurd. Overigens is het de inrichting niet duidelijk geworden om welk incident het precies ging; de klacht is algemeen geformuleerd.

3. De beoordeling
Anders dan de beklagcommissie is de beroepscommissie van oordeel dat klager kan worden ontvangen in zijn klacht. De klacht is immers gericht tegen een vermeende schending van klagers recht op lichamelijke integriteit, omdat klager stelt als gevolg van
de geluidsoverlast uit balans te raken en hij – zoals in beklag door klager is aangevoerd – door de geluidsoverlast last van migraine krijgt. Klager had derhalve op grond van artikel 56, eerste lid, onder e, Bvt in zijn klacht moeten worden ontvangen.

Uit de stukken en de ter zitting gegeven toelichting volgt dat in de regel in het geval van geluidsoverlast de veroorzaker daarop wordt aangesproken en dat, als dat niet helpt, de stroom wordt uitgezet. Hetgeen namens de kliniek voorts is opgemerkt
komt
erop neer dat aangenomen wordt dat aldus ook in de onderhavige situaties - de klacht van klager ziet op diverse gevallen van geluidsoverlast - is gehandeld, maar dat dat niet bekend is. Onder deze omstandigheden moet worden geoordeeld dat er sprake is
van schending van klagers recht op lichamelijke integriteit.
Gelet op het voorgaande zal het beklag gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor toekenning van een tegemoetkoming aan klager.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, drs. W.A.Th. Bos en drs. M.R. Daniel MPM, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 2 mei 2016

secretaris voorzitter

Naar boven