Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/4307/GA, 25 april 2016, beroep
Uitspraakdatum:25-04-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/4307/GA

betreft: [...] datum: 25 april 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Zwaag,

gericht tegen een uitspraak van 18 december 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 8 maart 2016, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel, is gehoord [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Zwaag.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de weekverstrekking.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en heeft de directeur opgedragen binnen twee maanden een nieuwe beslissing te nemen ten aanzien van de weekverstrekking.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De inhoud van de weekverstrekking is DJI-breed vastgelegd en aan dit beleid dient door de p.i.’s uitvoering te worden gegeven. De weekverstrekking is
elke week voor alle gedetineerden gelijk. Het feit dat sprake is van een wekelijks terugkerend uitdeelmoment maakt niet dat er elke week opnieuw ten aanzien van een gedetineerde een nieuwe beslissing wordt genomen. Klager klaagt dus over een algemene
in
de inrichting geldende regel. De beklagrechter heeft ten onrechte overwogen dat de weekverstrekking niet voldoet aan de European Prison Rules (EPR). Gedetineerden krijgen, naast de weekverstrekking, een warme maaltijd (waarvoor keuzes gemaakt kunnen
worden die aansluiten bij gezondheid, religie en cultuur), een broodmaaltijd (waarvoor vers beleg besteld kan worden), melkproducten en fruit verstrekt. Deze maaltijden voldoen aan de vastgestelde voedingseisen en hiermee is voldaan aan de eisen als
neergelegd in artikel 22 EPR. De weekverstrekking van niet bederfelijk voedsel kan gezien worden als een aanvulling op de hoofdmaaltijden; de weekverstrekking bevat geen levensmiddelen die tot de eerste levensbehoeften behoren. Overigens heeft de
directeur zijn ongenoegen kenbaar gemaakt over het nieuwe systeem, omdat het de zelfredzaamheid van gedetineerden beperkt, maar dit doet aan het vorenstaande niets af.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Klager klaagt over de weekverstrekking. Uit de inlichtingen van de directeur komt naar voren dat de weekverstrekking – die door het hoofdkantoor van DJI is vastgesteld – voor alle gedetineerden gelijk is. Gelet hierop en nu niet is gebleken dat klager
aan de directeur een concreet verzoek heeft gedaan om in zijn geval de weekverstrekking aan te passen/vullen, is de beroepscommissie van oordeel dat klagers beklag betrekking heeft op (de uitvoering van) een algemene voor alle in de inrichting
verblijvende gedetineerden geldende regel. Tegen (de uitvoering van) een algemene regel staat geen beklag open, tenzij (de uitvoering van) die regel in strijd is met wet- en/of regelgeving van hogere orde. Mede in aanmerking genomen de overige
maaltijden en voedingsmiddelen – een warme maaltijd, een broodmaaltijd (waarvoor vers beleg besteld kan worden), melkproducten en fruit – die aan de gedetineerden worden verstrekt, is de beroepscommissie van oordeel dat de weekverstrekking niet in
strijd met hogere wet- en/of regelgeving, meer in het bijzonder met artikel 44 van de Pbw, kan worden geacht. Van strijd met het bepaalde in artikel 22 van de European Prison Rules is naar het oordeel van de beroepscommissie evenmin sprake, nog
daargelaten dat de European Prison Rules geen een ieder verbindende bepalingen van internationaal recht betreffen.

Gezien het vorenstaande zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in zijn beklag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, J.G.A. van den Brand en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 25 april 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven