Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/3630/TA, 7 maart 2016, beroep
Uitspraakdatum:07-03-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/3630/TA

betreft: [klager] datum: 7 maart 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 30 september 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de Pompestichting te Nijmegen (kenmerk PN 2015/127), verder te noemen de inrichting, betreffende de verzorging en behandeling van klager in de Pompestichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 februari 2016, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klagers raadsman mr. T. van Assendelft de Coningh en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting, [...], juridisch medewerker bij
voornoemde inrichting.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

Ten overvloede overweegt de beroepscommissie als volgt. Ingevolge artikel 58, derde lid, Bvt dienen in het klaagschrift zo nauwkeurig mogelijk de beslissing waarover wordt geklaagd en de redenen van het beklag te worden vermeld. Klagers klachten zijn
onduidelijk en onsamenhangend omschreven en daardoor lastig te begrijpen. De beroepscommissie adviseert klager daarom om in zijn klachten duidelijk te omschrijven tegen welke beslissing hij klaagt en waarom hij klaagt. Ook moet klager weten dat hij op
grond van de Bvt niet overal een klaagschrift over kan indienen. De gevallen waar wel over geklaagd kan worden staan in artikel 56 en 57 van de Bvt. De beroepscommissie adviseert klager om zijn klachten eerst met zijn raadsman te bespreken voordat hij
overgaat tot het indienen van een klacht. Zijn advocaat heeft ter zitting verklaard hiertoe bereid te zijn.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.M. Maanicus, voorzitter, drs. W.A.Th. Bos en mr. C.F. Korvinus, leden, in tegenwoordigheid van
mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 7 maart 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven