Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/1136/GB, 14 april 2016, beroep
Uitspraakdatum:14-04-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/1136/GB

Betreft: [klager] datum: 14 april 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 24 maart 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 8 april 2016 te melden in de gevangenis van de locatie Zoetermeer ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 9 maart 2016 is klager opgeroepen zich op 8 april 2016 te melden in de gevangenis van de locatie Zoetermeer voor het ondergaan van 28 dagen gevangenisstraf. Op 22 maart 2016 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 24 maart 2016
ongegrond is verklaard. Op 6 april 2016 is klager bericht dat de datum waarop hij zich moet melden is gewijzigd van 8 april 2016 naar 18 april 2016.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager heeft verzocht om zijn gevangenisstraf om te zetten in een taakstraf, maar dit is geweigerd door de selectiefunctionaris. De selectiefunctionaris wil kennelijk
liever dat zijn leven weer in het honderd loopt. Klager heeft in het verleden fouten gemaakt, maar hij heeft nu werk. Indien hij zich moet melden, zal hij zijn baan kwijtraken. Voorts heeft hij een uitnodiging gekregen om een taakstraf uit te voeren.
Hij moet zich op 13 april 2016 melden. Hij verzoekt de beroepscommissie de opgelegde vrijheidsstraf alsnog om te zetten in een taakstraf.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Voorop staat de noodzaak tot tenuitvoerlegging. Slechts in bijzondere gevallen wordt uitstel verleend. Voor zover klager in bezwaar heeft
aangevoerd dat zijn vrouw ziek is en hij hierdoor oppasproblemen heeft, heeft hij geen stukken overgelegd waaruit dit blijkt. Tevens kan hulp gevraagd worden van familie, vrienden en/ of buren. De omstandigheid dat klager in de schuldhulpverlening zit,
vormt evenmin reden tot uitstel en is bovendien ook niet door hem onderbouwd met stukken. Dat klager op 13 april 2016 een afspraak voor het vervullen van een taakstraf heeft, vormt ook geen reden tot uitstel. Te meer nu in verband met het ingestelde
beroep de oproepdatum is verschoven naar 18 april 2016. De selectiefunctionaris is niet bevoegd een gerechtelijke uitspraak tot oplegging van een vrijheidsstraf om te zetten in een taakstraf.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Zoetermeer is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klager heeft verzocht om uitstel van zijn meldplicht, omdat hij vreest zijn werk kwijt te raken, zijn vrouw ziek is en hij op 13 april 2016 een afspraak heeft voor een nog uit te voeren taakstraf. Klager is opgeroepen voor het ondergaan van een
gevangenisstraf voor de duur van 28 dagen. Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent zijn persoonlijke situatie is naar het oordeel van de beroepscommissie, alleen al bij gebrek aan een feitelijke onderbouwing, geen reden om klager uitstel te verlenen
van
zijn meldplicht. Voor zover klager verzoekt de gevangenisstraf in een taakstraf om te zetten, geldt dat een beslissing tot omzetting niet tot de bevoegdheid van de selectiefunctionaris en de beroepscommissie behoort. De op de onder 3.2 genoemde gronden
gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. W.F. Korthals Altes en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 14 april 2016

secretaris voorzitter

Naar boven