Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/4369/TA, 21 maart 2016, beroep
Uitspraakdatum:21-03-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/4369/TA

betreft: [klager] datum: 21 maart 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.W.H.M. Wolters, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de uitspraak van 10 december 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting, waarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. D.W.H.M. Wolters om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft een tegemoetkoming van € 30,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de verstrekking van gebruikte insulinenaalden, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering. Vele malen zijn dergelijke klachten voorgelegd aan de beklag- en de beroepscommissie. Verwezen wordt naar 14/3432/TA en 15/2961/TA en 15/3062/TA. Reeds vele malen is de
inrichting tekort geschoten, terwijl het gaat om de verstrekking van voor klager noodzakelijke medicatie. Desondanks blijft de inrichting tekort schieten en is zij hardleers. Dit gaat ten koste van klagers gezondheid. Er dient een krachtiger signaal te
worden gegeven ter voorkoming van nieuwe gevallen in de toekomst. Verzocht wordt om een hogere tegemoetkoming toe te kennen.

Namens het hoofd van de inrichting is daarop als volgt gereageerd. De door de beklagrechter toegekende tegemoetkoming is redelijk en billijk. De toegekende tegemoetkoming is al hoger dan het standaard tegemoetkomingsbedrag voor medicatiefouten van €
12,50. Tevens is het bedrag hoger dan de vorige keren dat er een tegemoetkoming is toegekend, te weten € 25,=.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat in RSJ 9 februari 2015, 14/3432/TA en in RSJ 18 december 2015, 15/2961/TA en 15/3062/TA voor het op onjuiste wijze verstrekken van insuline aan klager tegemoetkomingen van respectievelijk € 20,= en € 25,= per
verstrekking juist zijn bevonden. Wederom is sprake, voor de vierde maal in beroep, van het op onjuiste wijze verstrekken van insuline. Een dergelijke herhaling kan naar het oordeel van de beroepscommissie worden vermeden en behoort daarom niet voor te
komen. Zij kan zij zich derhalve niet verenigen met de toegekende tegemoetkoming. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een hogere tegemoetkoming vaststellen, namelijk € 50,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en mr.drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 21 maart 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven