Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/3843/GM, 30 maart 2016, beroep
Uitspraakdatum:30-03-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/3843/GM

betreft: [klager] datum: 30 maart 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 12 november 2015 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 17 maart 2016, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel zijn klager, bijgestaan door een tolk Irakees-Arabisch, en zijn raadsvrouw mr. M.C. Levy gehoord.

De inrichtingsarts van de p.i. Ter Apel heeft schriftelijk meegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klachten, zoals toegelicht ter zitting, betreffen het niet adequaat behandelen van klagers:
a. oorklachten;
b. knieklachten;
c. neusklachten en
d. arm-/polsklachten.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Door en namens klager zijn de klachten als volgt toegelicht.
a: Klager heeft al lange tijd problemen met zijn rechteroor. Hij heeft een bal/klap tegen zijn oor gekregen tijdens het voetballen en daardoor is het trommelvlies/middenoor beschadigd. Het gaat om een flinke perforatie. In de iso is hij bezocht door de
inrichtingsarts. Hij heeft geen behandeling en geen medicatie gekregen. Een paar maanden later is hij opnieuw onderzocht en toen bleek dat het trommelvlies niet was hersteld. Af en toe heeft klager er nog last van. Er komt dan viezigheid uit zijn oor
en
hij heeft last van gesuis. Klager is gezegd dat hij met het gesuis moet leren leven. Zijn gehoor is niet goed. Hij moet met zijn hand een trechter aan het rechteroor zetten om beter te horen. De inrichtingsarts heeft alleen in zijn oor gekeken.
b: Klager heeft al drie jaar last van beide knieën. Gezegd wordt dat hij ‘jumpers knees’ heeft waaraan niets wordt gedaan. Het zou vanzelf overgaan. Hij heeft voorgesteld om hem door te verwijzen naar de fysiotherapeut maar de medische dienst laat hem
alleen maar zien hoe hij oefeningen moet doen. Die oefeningen hebben niet geholpen. Hij is teruggegaan naar de inrichtingsarts en die heeft hem voorgesteld te stoppen met sporten. Klager wil graag weten wat er met zijn knieën aan de hand is. Bij andere
gedetineerden worden wel röntgenfoto’s genomen. Het is waarschijnlijk een persoonlijke kwestie tussen klager en de inrichtingsarts.
c: Klager heeft moeite met het door zijn neus ademen. Hij heeft dat een keer of dertig à veertig aangegeven in p.i. Ter Apel. Eenmaal heeft hij een zoutoplossing gehad in de vorm van een spray. Dat hielp enigszins maar niet voldoende.
d: Klager heeft al langer dan vier jaar last van een zenuwontsteking in zijn linker pols. Het gaat vooral om zenuw- en gewrichtspijn. Hij is uitgegleden in de gevangenis en op zijn linker pols gevallen. Hij heeft driemaal een injectie gehad terwijl hij
er vier hoorde te krijgen. Hij heeft de inrichtingsarts om een vierde injectie gevraagd maar dat wilde deze niet omdat hij bang was voor complicaties. Nederlandse gedetineerden hebben recht op zes injecties. Klager is rechtshandig.
Tegen klager wordt gezegd dat hij onvriendelijk en onbeschoft doet maar als je altijd pijn hebt, is dat niet zo vreemd. Hij moet nog tot 2021 zitten. Hij wil graag een andere inrichtingsarts. Met de huidige inrichtingsarts heeft hij ruzie. Klager wil
dat er beter naar zijn medische klachten wordt gekeken. De belangrijkste zijn klagers oor- en knieklachten.
Hij wil graag doorverwezen worden naar de specialist.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen.
Klagers klachten besproken met het hoofd zorg op 13 augustus 2015. Daarna heeft hij een gesprek gehad met de verpleegkundig specialist in opleiding. Het feit dat de medische dienst klagers klachten steeds weer aanhoort, geeft aan dat hij wel degelijk
serieus wordt genomen. Klager is het niet altijd eens met de aangeboden behandelingen die in Nederland gangbaar zijn. Hij kan altijd op eigen kosten een arts van buiten de inrichting vragen nog eens naar zijn klachten te kijken. Het lijkt beter om iets
meer vertrouwen te hebben in de hulpverleners binnen de inrichting.

3. De beoordeling
Op grond van de stukken, waaronder het medisch dossier, en de behandeling ter zitting van overweegt de beroepscommissie het volgende:

Ten aanzien van a:
Vast is komen staan dat sprake was van een persisterende perforatie van het trommelvlies in klagers rechteroor die na verloop van circa negen maanden nog niet dicht was. Naar het oordeel van de beroepscommissie had het in de rede gelegen om klager
eerder door te verwijzen naar de KNO-arts.

Ten aanzien van b, c en d:
Bij klager is vastgesteld dat hij last heeft van zogenaamde jumpers knees, een blessure die doorgaans niet snel te verhelpen is en waarvoor klager is voorgeschreven om oefeningen te doen. Naar aanleiding van klagers neusklachten heeft de
inrichtingsarts
de neusdoorgang onderzocht op vernauwing. Voort is klager in verband met een zenuwontsteking in zijn pols driemaal een injectie toegediend. Klagers veronderstelling dat een vierde injectie noodzakelijk was en dat andere gedetineerden recht zouden
hebben
op zesmaal een injectie rust niet op goede grond. De beroepscommissie acht niet aannemelijk geworden dat klager ter zake van deze klachten geen adequate behandeling is geboden.

De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts als vermeld onder a kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm maar dat dit niet het
geval is ten aanzien van het handelen van de inrichtingsarts als vermeld onder b, c en d. Het beroep zal derhalve ten aanzien van a gegrond worden verklaard. Zij zal klager ter zake een tegemoetkoming van € 25,= toekennen. Ten aanzien van b, c en d zal
de beroepscommissie het beroep ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van a gegrond. Zij bepaalt de aan klager ten laste van de p.i. Ter Apel toekomende tegemoetkoming op € 25,=.
Zij verklaart het beroep ten aanzien van b, c en d ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, J.G.J. de Boer en dr.ing. C.J. Ruissen, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 30 maart 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven