nummer: 15/4026/GA
betreft: [...] datum: 23 maart 2016
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 5 november 2015 van de beklagcommissie bij de locatie Scheveningen,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep voor zover daartegen beroep is ingesteld, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Scheveningen in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. I.A. Groenendijk om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het sinds 29 september 2015 onrechtmatig verblijven van klager in de p.i. Haaglanden.
De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep volhard in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt. De directeur heeft het standpunt zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Het niet tijdig in vrijheid stellen is vatbaar voor beklag (RSJ 18 maart 2014, 13/3382/GA t/m 13/3384/GA, 13/3392/GA, 13/3393/GA). De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagcommissie op dit punt derhalve vernietigen en klager alsnog
ontvankelijk
in zijn beklag verklaren. De beroepscommissie zal het beklag evenwel ongegrond verklaren nu noch uit de registratiekaarten die door zowel klager als directeur zijn meegezonden, noch anderszins, blijkt dat klager onrechtmatig in de inrichting verbleef.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
P. de Vries, secretaris, op 23 maart 2016.
secretaris voorzitter