Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0023/GB, 24 maart 2016, beroep
Uitspraakdatum:24-03-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/23/GB

Betreft: [Klager] datum: 24 maart 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. C.A. Bouw, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 29 december 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek ter overplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 4 november 2014 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De bestreden beslissing is onvoldoende, ondeugdelijk en onbegrijpelijk gemotiveerd. Anders dan de selectiefunctionaris stelt, is er wel een einddatum bekend van de gevangenisstraf waarvoor klager op 18 november 2015 een detentiefaseringsverzoek heeft
ingediend. Klager stelt dat een nog lopende strafzaak niet kan leiden tot het niet in aanmerking komen voor detentiefasering.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
De preventieve hechtenis van klager met parketnummer 13-845079-14 is voor bepaalde tijd geschorst voor het ondergaan van een onherroepelijke gevangenisstraf met parketnummer 15-248080-14. Wanneer deze straf geëxecuteerd is, zal klager ingesloten
blijven
op preventieve titel. De einddatum van detentie is nog niet vastgesteld. Nu er geen einddatum van de detentie van klager bekend is, voldoet hij niet aan de voorwaarden van detentiefasering naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) op grond van
artikel 3, eerste lid onder b van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing gedetineerden (de Regeling).

4. De beoordeling
4.1 Op grond van artikel 3 van de Regeling komen naast zelfmelders voor plaatsing in een b.b.i. in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en
beschikken
over een aanvaardbaar verlofadres.
16/23/GB

4.2 De preventieve hechtenis van klager met parketnummer 13-[...] is geschorst teneinde de onherroepelijke vrijheidsstraf met parketnummer 15-[...] ten uitvoer te kunnen leggen. De zittingsdatum van parketnummer 13-[...] is nog onbekend. Deze zaak
is derhalve nog niet onherroepelijk. Klagers huidige v.i.-datum is 22 oktober 2016. Hierna zal het bevel tot voorlopige hechtenis van klager onmiddellijk herleven. Uit artikel 3, tweede lid, aanhef en onder b van de Regeling volgt dat gedetineerden
voor
plaatsing in een b.b.i. niet in aanmerking komen indien de einddatum van de detentie nog niet vaststaat. Klager kan pas in aanmerking komen voor vrijheden wanneer zijn (fictieve) einddatum bekend is. Bovendien was een van de voorwaarden van de op 29
april 2014 door de rechtbank te Amsterdam opgelegde schorsing, zoals uit het selectieadvies van de directeur van de locatie Zuyderbos van 24 december 2015 volgt, dat klager niet in aanmerking komt voor detentiefasering tijdens zijn gevangenisstraf. De
op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5 De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, J.G.A. van de Brand en mr. W.F. Korthals Altes, leden, in tegenwoordigheid van L.L. Heikens, secretaris, op 24 maart 2016

secretaris voorzitter

Naar boven