nummer: 17/728/GA
betreft: [klager] datum: 8 augustus 2017
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[…], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 28 februari 2017 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Esserheem te Veenhuizen,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Esserheem in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. W.K. Cheng om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het feit dat klagers televisie niet in zijn bijzijn gescand mag worden op aanwezigheid van contrabande (Eh 2016/597).
De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager heeft verzocht zijn vervangende televisie met het röntgenapparaat in zijn bijzijn te laten scannen, omdat in de vorige aangeleverde televisie een mobiele telefoon zat zat die niet van hem was. Om dit te voorkomen heeft klager in alle redelijkheid gevraagd eerst de vervangende televisie te checken voordat deze in gebruik wordt gegeven. De directeur heeft dit verzoek geweigerd. Tegen deze beslissing heeft klager beklag ingediend.
De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagrechter en daarbij aangevuld dat de firma Strijbosch de televisietoestellen op contrabande controleert alvorens deze van een verzegeling te voorzien.
3. De beoordeling
Uit de reactie van de directeur op het klaagschrift van 6 februari 2017 blijkt dat klagers verzoek om zijn televisie in zijn bijzijn te scannen met het röntgenapparaat, is afgewezen. Het vorenstaande is een beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. Klager had derhalve ontvangen moeten worden in zijn beklag. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog ontvankelijk verklaren in het beklag.
De directeur heeft in redelijkheid kunnen weigeren de vervangende televisie in bijzijn van klager met een röntgenapparaat te scannen, omdat iedere televisie door de firma Strijbosch al op contrabande wordt gecontroleerd. Een extra scan diende daarom geen redelijk doel. Het beklag zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 8 augustus 2017
secretaris voorzitter