Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1140/GB, 28 augustus 2017, beroep
Uitspraakdatum:28-08-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:            17/1140/GB

 

Betreft:               […]         datum: 28 augustus 2017

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.J. van Santbrink, namens

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 5 april 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.            De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad ongegrond verklaard.

 

2.            De feiten

Klager is sedert 28 augustus 2016 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) van de p.i. Krimpen aan den IJssel. Op 10 maart 2017 is hij geplaatst in de gevangenis van de p.i. Lelystad, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.

 

3.            De standpunten

3.1.        Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De selectiefunctionaris heeft een onjuiste belangenafweging gemaakt door optimale capaciteitsbenutting zwaarder te laten wegen dan klagers belang bij plaatsing in de regio. Klager wenst geplaatst te worden in de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel dan wel een andere gevangenis in de regio Rotterdam. De plaatsing in Lelystad levert problemen op voor bezoek door zijn familie, waaronder zijn jonge kinderen.

3.2.        De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Indien geen plaats is in het arrondissement van vestiging, dient een gedetineerde in een aanpalend arrondissement geplaatst te worden. Er was geen plaats beschikbaar in de regio Rotterdam en de p.i. Lelystad bevindt zich in een aanpalend arrondissement. Uit de bezoekgegevens blijkt dat klager ook in Lelystad bezoek ontvangt.

 

4.            De beoordeling

4.1.        De gevangenis van de p.i. Lelystad is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2.        Klager, die is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3.        Ingevolge artikel 25, zevende lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) worden gedetineerden die tot een gevangenisstraf zijn veroordeeld, in een gevangenis in het arrondissement van vestiging geplaatst. Indien in het arrondissement van vestiging geen gevangenis is aangewezen of geen plaats in een gevangenis in het desbetreffende arrondissement beschikbaar is, wordt de gedetineerde in een gevangenis in een aanpalend arrondissement geplaatst. De selectiefunctionaris stelt dat in de gevangenissen in de regio Rotterdam vanwege capaciteitsproblemen op korte termijn geen plaats beschikbaar was. Als gevolg daarvan is klager in de gevangenis van de p.i. Lelystad – gelegen in een aanpalend arrondissement van het arrondissement Rotterdam – geplaatst. 

4.4.        De beroepscommissie merkt allereerst op dat het streven naar optimale capaciteitsbenutting niet redengevend is om af te wijken van de Regeling. Het beleid van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) is – hoewel begrijpelijk –immers van lagere orde dan een formele ministeriële regeling. Afwijking van de Regeling wegens capaciteitsproblemen, zonder de gedetineerde op de wachtlijst te plaatsen, kan en mag daarom niet zonder enige belangenafweging en onderbouwing van de redelijkheid om van die wachtlijst af te zien. De enkele omstandigheid dat klager in de onderhavige zaak op een wachtlijst geplaatst zou moeten worden, is dan ook onvoldoende om te besluiten klager niet in het arrondissement van vestiging te plaatsen.

4.5.        De beroepscommissie stelt voorts vast dat enige concrete onderbouwing van de door de selectiefunctionaris aangevoerde capaciteitsproblemen in de gevangenissen in de regio Rotterdam ontbreekt en van een belangenafweging is evenmin gebleken. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing kan vanwege een motiveringsgebrek dan ook niet in stand blijven. De bestreden beslissing zal derhalve worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

 

5.            De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.

 

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit  mr. J.W. Wabeke, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van P. de Vries, secretaris, op 28 augustus 2017.

 

 

 

 

 

 

                secretaris            voorzitter
 

Naar boven