Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/4183/GB, 7 maart 2016, beroep
Uitspraakdatum:07-03-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/4183/GB

Betreft: [Klager] datum: 7 maart 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. K. Bruns, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 11 december 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Roermond afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 17 maart 2015 gedetineerd. Hij verblijft op de extra zorg voorziening (EZV-afdeling) van het h.v.b. van de locatie Sittard.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager kan zich niet verenigen met de op 11 december 2015 gegeven beslissing van de selectiefunctionaris en de gronden waarop zij berust. Klager stelt geestelijk te worden mishandeld in de locatie Sittard en voelt zich daar bedreigd door bewaarders en
medegedetineerden. Voor de echtgenote en de moeder van klager is het onmogelijk om bij klager op bezoek te komen als gevolg van lichamelijke problemen. Klager stelt dat de selectiefunctionaris - wederom - niet is ingegaan op de door hem aangevoerde
argumenten. De beslissing wordt te simpel afgedaan door te verwijzen naar het rapport van 10 december 2015 van de medisch adviseur bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie (de medisch adviseur) terwijl onbekend is wat deze gerapporteerd heeft.
Bovendien wordt niet concreet door de selectiefunctionaris aangegeven waarom een overplaatsing op medische gronden niet geïndiceerd wordt geacht. Klager acht de
beslissing ontoereikend gemotiveerd en onbegrijpelijk.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Het selectiebesluit is voldoende gemotiveerd. Het beleid is dat preventief gehechte gedetineerden worden ingesloten in het arrondissement waar hun zaak wordt behandeld. Dit betekent dat de plaatsing van klager in het h.v.b. van de locatie Sittard een
goede blijkt. Slechts bij hoge uitzondering wordt van dit beleid afgeweken. Het rapport van de medisch adviseur rechtvaardigt een overplaatsing naar het h.v.b. van de locatie Roermond niet, nu een overplaatsing op medische gronden niet geïndiceerd
wordt geacht. Bovendien krijgt klager met grote regelmaat bezoek van zijn echtgenote. Volgens de bezoekregistratie is zij in 6 maanden tijd 24 keer op bezoek geweest bij klager.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte in afwachting van plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Bij uitspraak in RSJ 6 augustus 2015, 15/1733/GB heeft de beroepscommissie het beroep van klager gegrond verklaard en de bestreden beslissing vernietigd, nu de beroepscommissie van oordeel was dat de beslissing van de selectiefunctionaris van 2
juni 2015 onvoldoende was gemotiveerd. De beroepscommissie heeft de selectiefunctionaris derhalve opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van voornoemde uitspraak van de beroepscommissie.

4.3. Bij uitspraak in RSJ 27 november 2015, 15/2874/GB heeft de beroepscommissie het beroep van klager – wederom – gegrond verklaard, nu de beroepscommissie van oordeel was dat de beslissing van de selectiefunctionaris van 13 augustus 2015 opnieuw
ontoereikend gemotiveerd was. De selectiefunctionaris heeft de opdracht gekregen om advies bij de medisch adviseur te vragen omtrent de vraag of de door en namens klager aangevoerde argumenten met betrekking tot de gezondheid van zijn echtgenote en
moeder een overplaatsing naar het h.v.b. van de locatie Roermond zouden kunnen rechtvaardigen. De selectiefunctionaris heeft hieromtrent op 10 december 2015 advies ontvangen van de medisch adviseur. De medisch adviseur stelt in zijn advies, op basis
van
de door klager aangevulde medische informatie, dat een overplaatsing op medische gronden niet geïndiceerd wordt geacht. Zowel de echtgenote van klager als zijn moeder hebben mobiliteitsproblemen, maar deze zijn niet van dien aard dat reizen naar de
locatie Sittard onmogelijk is. Niet gebleken is dat niet van dit advies kan worden uitgegaan. Voornoemd advies wordt versterkt door het gegeven dat klager regelmatig bezoek krijgt van zijn echtgenote. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde
beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, J.G.A. van de Brand en mr. W.F. Korthals Altes, leden, in tegenwoordigheid van L.L. Heikens, secretaris, op 7 maart 2016

secretaris voorzitter

Naar boven