Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/0744/GA, 15 augustus 2017, beroep
Uitspraakdatum:15-08-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:            17/0744/GA

 

betreft:               [klager]                datum: 15 augustus 2017

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 20 februari 2017 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Roermond,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Roermond in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. H.M.S. Cremers om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.            De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft het niet mogen invoeren van een radio (R-2017-36).

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.            De standpunten van klager en de directeur

Door en namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt – kort weergegeven – toegelicht. De klacht is gericht tegen de weigering van de directeur tot toelating van een goed dat op de lijst van toegestane voorwerpen staat. Indien de directeur een dergelijk voorwerp weigert, dient de beklagrechter een klacht hierover ontvankelijk te verklaren. Klager heeft tijdens zijn detentie in locatie De Schie een radio aangeschaft en deze laten verzegelen bij firma Strijbosch. Wegens klagers plaatsing op de lijst GVM wordt hij vaak overgeplaatst naar een andere inrichting. Het kan niet zo zijn dat klager in elke p.i. een nieuwe radio moet aanschaffen omdat de eisen per inrichting verschillen. De radio is maar vijf centimeter breder dan is toegestaan. Voorts wordt namens de directeur in beroep voor het eerst aangevoerd dat de radio ook te duur zou zijn. Bij de beslissing tot weigering van het voorwerp heeft de waarde van de radio in ieder geval geen rol gespeeld.

Namens de directeur is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Het feit dat een radio van klager is geweigerd om in te voeren betreft een algemene regel voor alle gedetineerden in de locatie geldend nu de radio niet aan de vereiste afmetingen voldoet. Het feit dat klager op de lijst GVM is geplaatst betreft geen bijzondere omstandigheid waardoor er sprake zou zijn van regelmatige of onverwachte overplaatsingen naar andere inrichtingen die maken dat van deze algemene regeling dient te worden afgeweken. Voorts is het niet toegestaan een artikel in de inrichting in te voeren met een aankoopwaarde groter dan € 100,=. Klager geeft aan dat zijn radio een waarde van € 1.900,= heeft.

 

3.            De beoordeling

Nu klager na zijn overplaatsing zijn radio niet mocht invoeren, heeft de directeur klagers verzoek afgewezen. Tegen een dergelijke afwijzing kan klager zich beklagen op basis van artikel 60, eerste lid, van de Pbw. Klager had ontvangen dienen te worden in zijn beklag. De beroepscommissie zal klager alsnog ontvankelijk verklaren in zijn beklag.

In bijlage 6 van de in de P.I. Roermond geldende huisregels staat dat toegestaan is een “radio/cassette/cd-speler afmeting 40x40x40 cm zonder dataopslag/opname”. Vast staat dat de radio die klager wilde invoeren 45 cm breed is. Dit betekent dat de radio groter is, dan is toegestaan. Om die reden heeft de directeur in redelijkheid kunnen beslissen de invoer van die radio te weigeren.

De jurisprudentie waarnaar klagers raadsvrouw heeft verwezen ziet op een wezenlijk andere situatie dan die van klager. In die zaak (RSJ 24 september 2015, 15/1548/GA) ging het namelijk om iemand die in een inrichting verbleef waar tijdens zijn verblijf de regels met betrekking tot toegestane radio’s veranderden als gevolg waarvan zijn al ingevoerde radio niet langer was toegestaan.

 

4.            De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in diens beklag, maar verklaart dat beklag ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 15 augustus 2017

 

 

                                                                

 

                secretaris            voorzitter
 

Naar boven