Nummer: 15/3295/GB
Betreft: [Klaagster] datum: 1 maart 2016
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. N. Hendriksen, namens
[...], verder te noemen klaagster,
gericht tegen een op 5 oktober 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Ter zitting van de beroepscommissie van 19 januari 2016, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel, is gehoord klaagster, bijgestaan door haar raadsman mr. N. Hendriksen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klaagsters verzoek tot overplaatsing naar de locatie Ter Peel te Sevenum afgewezen.
2. De feiten
2.1. Klaagster is sedert 20 april 2014 gedetineerd. Zij verblijft in de gevangenis van de locatie Nieuwersluis.
2.2. Bij uitspraak van 5 februari 2016, met nummer 15/2932/GA, 15/2941/GA en 15/3496/GA van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid van de Pbw, is het beroep van klaagster, namens haar ingediend door mr. N. Hendriksen, gericht
tegen
de uitspraak van 27 augustus 2015 en 19 oktober 2015 van de beklagcommissie van de p.i. Nieuwegein, betreffende een aantal disciplinaire straffen in verband met werkweigering, ongegrond verklaard.
3. De standpunten
3.1. Namens klaagster is het beroep als volgt toegelicht.
Er is sprake van werk gerelateerde problematiek. Klaagster heeft diverse klachten ingediend over disciplinaire straffen die haar zijn opgelegd in verband met werkweigering. Klaagster en het personeel van de p.i. Nieuwersluis staan lijnrecht tegenover
elkaar en de relatie is zeer gespannen. Klaagster heeft het stempel opgedrukt gekregen lastig te zijn. Ze wordt dagelijks getreiterd en door het personeel genegeerd als ze wat wil vragen. Klaagster is de enige gedetineerde van Chinese afkomst.
Klaagster
heeft gevraagd om een overplaatsing naar de locatie Ter Peel waar ze een nieuwe start wil maken en met een schone lei wil beginnen. Er wordt in de p.i. Nieuwersluis geen rekening gehouden met de psychische impact van de situatie op klaagster. Ze wordt
nog ongelukkiger, trekt zich terug op haar cel en dat is slecht voor haar welzijn. Klaagster is er niet bang voor dat de problemen zich na een overplaatsing zullen herhalen. Ze weet heel goed hoe ze haar problematiek moet verwoorden en zal meteen een
afspraak maken met de medische dienst. Klaagsters einddatum van detentie valt in oktober 2016. Ze komt niet in aanmerking voor detentiefasering omdat ze geen verlofadres heeft. Klaagster benadrukt dat er sprake is van een ontwrichte situatie en dat het
contact met het personeel moeizaam is.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De door de selectiefunctionaris genomen beslissing van 5 oktober 2015 is geconformeerd aan de visie en het advies van het personeel van de locatie Nieuwersluis. De arbo-arts acht klaagster volledig arbeidsgeschikt voor aangepaste werkzaamheden. Tot op
heden weigert klaagster de dialoog aan te gaan over de door klaagster gewenste aanpassingen in haar werkzaamheden. Er zijn sinds klaagster in de gevangenis van de locatie Nieuwersluis verblijft geen conflicten met het afdelingspersoneel geweest.
Verwacht mag worden dat de inrichtingsarts van de locatie Ter Peel geen andere visie zal hebben op de arbeidsgeschiktheid van klaagster. Ook in deze locatie zal klaagster gesanctioneerd worden indien zij haar werkzaamheden weigert. Een overplaatsing
naar locatie Ter Peel zal derhalve geen oplossing bieden voor klaagster. Er bestaat, gelet op het voorgaande, geen noodzaak tot overplaatsing van klaagster naar een andere locatie.
4. De beoordeling
Klaagster heeft om overplaatsing naar de locatie Ter Peel verzocht, nu er volgens haar sprake is van een ontwrichte relatie tussen haar en het personeel van de locatie Nieuwersluis. Zij stelt dat zij door zowel psychische als fysieke problemen niet in
staat is om werkzaamheden te verrichten binnen de inrichting. Dit heeft geleid tot disciplinaire straffen die klaagster zijn opgelegd in verband met het weigeren van werkzaamheden. De beroepscommissie stelt vast dat klaagster door de arbo-arts en de
gedragsdeskundige volledig arbeidsgeschikt is geacht voor aangepaste werkzaamheden. Niet gebleken is dat niet van deze indicaties kan worden uitgegaan. Uit het selectieadvies van 25 september 2015 van de directeur van de locatie Nieuwersluis volgt dat
er, sinds klaagster in de gevangenis van de locatie Nieuwersluis verblijft, geen conflicten met het afdelingspersoneel zijn geweest. Bovendien verricht klaagster momenteel arbeid vanuit haar cel waardoor de problemen vooralsnog opgelost lijken te zijn.
Nu uit het voorgaande geen noodzaak tot overplaatsing naar een andere inrichting blijkt, kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als
onredelijk
of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, J.G.A. van de Brand en mr. W.F. Korthals Altes, leden, in tegenwoordigheid van L.L. Heikens, secretaris, op 1 maart 2016
secretaris voorzitter