Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/3574/TA, 15/3575/TA, 15/3576/TA en 15/3577/TA, 9 februari 2016, beroep
Uitspraakdatum:09-02-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/3574/TA, 15/3575/TA, 15/3576/TA en 15/3577/TA

betreft: [klager] datum: 9 februari 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften, ingediend door mr. R. Polderman, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de uitspraken van 23 oktober 2015 van de beklagcommissie bij FPC de Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 januari 2016, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. R. Polderman, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting, [...], jurist.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraken van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. een maatregel van afzondering d.d. 8 mei 2015 (RV2015/150);
b. de wijze waarop klagers behandeling plaatsvindt (RV2015/164);
c. de wijze waarop de urinecontrole plaatsvindt (RV2015/213);
d. de schending van klagers privacy door het plaatsen van camera’s op klagers afdeling en de luchtplaats (RV2015/214).

De beklagcommissie heeft het beklag wat betreft onderdeeel a en c ongegrond verklaard en klager niet-ontvankelijk verklaard in onderdeel b en d van zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De inrichting heeft ten onrechte klager direct bij binnenkomst in een afzonderingsprogramma geplaatst. Klager heeft dit als een zeer slechte
start ervaren. De motivering voor de afzonderingsmaatregel is heel mager. De schriftelijke mededeling lag al op klagers kamer bij binnenkomst.
De zorgplicht van artikel 17 van de Bvt is geschonden. De afspraken met de inrichting worden niet nagekomen. Er wordt klager onvoldoende duidelijkheid en structuur geboden in het kader van zijn behandeling. Er heeft geen gesprek plaatsgevonden met
sociotherapie. In het eerste behandelplan van klager stond al vermeld dat klager in aanmerking komt voor een longstayplaatsing. Klager werkt alleen maar elke dag van 9.00 tot 17.00 uur. Klager werkt bij ‘groen en dier’. Verder doet hij helemaal niets.
Klager heeft verzocht om overplaatsing naar een andere inrichting.
Bij de overplaatsing van klager van FPC Dr. S. van Mesdag naar de Rooyse Wissel heeft onvoldoende informatieoverdracht plaatsgevonden over de medische beperkingen die klager ondervindt bij het uitvoeren van de urinecontrole. Deze beperkingen waren al
jaren bekend en zijn de reden geweest om voor klager een aangepast urineprotocol te laten gelden. Klager heeft vóór zijn overplaatsing toestemming gegeven om zijn medisch dossier over te dragen aan de Rooyse Wissel. Klager mocht er vanuit gaan dat de
overplaatsing zorgvuldig zou plaatsvinden en dat daarbij alle informatie tijdig bij de Rooyse Wissel aanwezig zou zijn. Ze hadden klager desnoods in separatie kunnen plaatsen om hem daar alsnog te laten plassen.
Klager handhaaft zijn stelling dat er wel cameratoezicht aanwezig was op de luchtplaats. Hierdoor is zijn recht op privacy geschonden. Klager gelooft de stelling van het hoofd van de inrichting niet dat er geen camera is geplaatst op de luchtplaats. Op
elke luchtplaats hangt een camera. Daardoor is de veiligheid in het geding.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Uit informatie van FPC Dr. S. van Mesdag bleek dat omtrent klager sprake is van een hoog dreigingsniveau van geweld. Klager was
zeer gespannen bij binnenkomst. De informatie bleek te kloppen. Daarom is besloten bij klager te starten met een afzonderingsprogramma. Normaliter komen nieuwe verpleegden binnen met een afdelingsarrest of een kamerprogramma van minimaal vier uur per
dag. Altijd wordt gekeken hoe een verpleegde bij binnenkomst in de inrichting reageert.
Klager klaagt drie dagen na zijn binnenkomst in de inrichting op 8 mei 2015. Op dat moment is alles nog in de opstartfase.
Binnen de inrichting bestaat een urineprotocol op grond waarvan een verpleegde die niet kan urineren, alsnog vier uur in een afgesloten ruimte de tijd krijgt om te urineren. Een van de standaard afwijkende procedure is mogelijk als daarvoor een
medische
noodzaak bestaat. De inrichting wil de noodzaak dan wel onderbouwd zien.
Klager verbleef op de afdeling Isis. Aldaar hangen geen camera’s. Op de luchtplaats en op de kamers hangen evenmin camera’s. Op de patio van de afdeling waar klager thans verblijft, hangen wel camera’s doch deze zijn gericht op de omheining.

3. De beoordeling
a.
Klager is op grond van informatie van de Van Mesdagkliniek direct na binnenkomst in de inrichting op 8 mei 2015 in afzondering geplaatst. Gebleken is dat klager geen toestemming heeft willen geven om de informatie aan de beroepscommissie te overleggen.
Mitsdien moet worden uitgegaan van de juistheid van de informatie die door de Rooyse Wissel naar voren is gebracht. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

b en d.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

c.
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van de beroepscommissie komt de beroepscommissie tot de slotsom dat de informatieoverdracht van de Van Mesdagkliniek naar de inrichting onvolledig is geweest, op grond waarvan ten tijde van de
aanzegging van de urinecontrole van 18 mei 2015 niet bekend was dat voor klager een aangepast protocol geldt. Klager stelt dit bij binnenkomst te hebben gemeld. Hoewel de gebrekkige informatieoverdracht in eerste instantie aan de Van Mesdagkliniek is
te
wijten, had de inrichting naar het oordeel van de beroepscommissie zich in dit geval bereidwilliger kunnen opstellen en klager het voordeel van de twijfel kunnen geven in afwachting van informatie uit de van Mesdagkliniek en klager kunnen toestaan
buiten direct visueel toezicht te urineren. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard. De uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht termen aanwezig voor het
toekennen van een tegemoetkoming aan klager en stelt deze vast op € 10,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart de beroepen wat betreft de beklagonderdelen a, b en d ongegrond en bevestigt de betreffende uitspraken van de beklagcommissie.
Zij verklaart het beroep wat betreft beklagonderdeel c gegrond, vernietigt de betreffende uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt de aan klager toekomende tegemoetkoming op € 10,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, mr. C.F. Korvinus en drs. C.W. van der Meer, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 9 februari 2016

secretaris voorzitter

Naar boven