Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2920/GA, 9 februari 2016, beroep
Uitspraakdatum:09-02-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/2920/GA

betreft: [klager] datum: 9 februari 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 14 augustus 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 15 januari 2016, gehouden in de p.i. Vught, is [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur, gehoord.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.
De raadsvrouw van klager, mr. C.W. Dirkszwager, heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen en aangegeven dat het beroep op de stukken kan worden afgedaan.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de vermissing van goederen (een paar Nike Air schoenen, een dekbedovertrek en een scheerapparaat) bij gelegenheid van klagers overplaatsing vanuit de p.i. Vught naar de p.i. Krimpen aan den IJssel.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klagers dekbed heeft hij op medisch voorschrift in Vught verstrekt gekregen, het scheerapparaat (merk Panasonic) is bij de firma Strijbosch verzegeld en moet dus bekend zijn bij de inrichting. De Nike-schoenen zijn ingevoerd en moeten op de invoerlijst
vermeld staan. Nu het scheerapparaat op de ontruimingslijst vermeld staat maar niet aan hem in Krimpen aan den IJssel is uitgereikt, moet het beklag gegrond worden verklaard

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De directeur verwijst naar het ontruimingsverslag, waarop geen sportschoenen en dekbed staan vermeld. Het scheerapparaat is kennelijk niet in Krimpen ontvangen, hoewel dit wel op het ontruimingsverslag staat. Mogelijk is het scheerapparaat op de lijst
van Krimpen opgenomen als neustrimmer.

3. De beoordeling
Naar aanleiding van een overplaatsing van klager vanuit de p.i. Vught naar de p.i. Krimpen aan den IJssel is op 3 maart 2015 klagers cel ontruimd door twee inrichtingsmedewerkers buiten de aanwezigheid van klager. Van die ontruiming is verslag
opgemaakt, welk verslag door beide medewerkers is ondertekend. Nu op dat ontruimingsverslag noch het door klager als vermist opgegeven paar sportschoenen noch het dekbed staat vermeld, acht de beroepscommissie niet aannemelijk dat die goederen zich in
klagers verblijfsruimte (of fouillering) hebben bevonden. Hetgeen in beroep ten aanzien van deze goederen is overwogen kan daarom niet leiden tot een ander oordeel dan dat van de beklagrechter. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard met
bevestiging van de uitspraak van de beklagrechter ten aanzien van deze beide onderdelen van het beklag.

Ten aanzien van het door klager als vermist gemelde scheerapparaat geldt het volgende. In het ontruimingsverslag staat vermeld dat een scheerapparaat van klager ter verzending is opgenomen bij de aan klager toebehorende goederen. Die goederen zijn
vervolgens door de inrichting, door tussenkomst van de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O), vervoerd naar de p.i. Krimpen aan den IJssel.
De beroepscommissie heeft aan de directeur van de p.i. Krimpen aan den IJssel verzocht om toezending van een kopie van de vrachtbrief die betrekking heeft op klagers eigendommen. Daarbij is hem tevens verzocht te reageren op de vermissing van het
scheerapparaat en de eventuele aansprakelijkheid van de p.i. Krimpen aan den IJssel. De directeur heeft die kopie, zonder nadere toelichting, aan de beroepscommissie doen toekomen. Uit die kopie komt naar voren dat bij de p.i. Krimpen aan den IJssel is
getekend voor ontvangst van de aan klager toebehorende goederen. Doordat in de p.i. Krimpen aan den IJssel is getekend voor ontvangst van die goederen, is de aansprakelijkheid voor vermissing en/of schade overgegaan op de directeur van deze inrichting.
Klager had daarom ten aanzien van de vermissing van het scheerapparaat een klacht moeten indienen bij de beklagcommissie bij de p.i. Krimpen aan den IJssel dan wel had de beklagcommissie bij de p.i. Vught dit onderdeel van de klacht ter behandeling
moeten doorzenden aan die beklagcommissie. De beklagcommissie heeft dit niet gedaan. Om proceseconomische redenen zal de beroepscommissie dit onderdeel van het beklag niet terugwijzen naar de beklagcommissie bij de p.i. Krimpen aan den IJssel maar het
beklag zelf afdoen.

Nu het scheerapparaat op het ontruimingsverslag staat vermeld en niet aannemelijk is dat klager dit scheerapparaat in Krimpen aan den IJssel heeft ontvangen, dient het beklag ten aanzien van dit onderdeel alsnog gegrond te worden verklaard.

De beroepscommissie acht termen aanwezig voor het toekennen van een financiële tegemoetkoming. Namens klager in beklag is aangegeven dat de waarde van het scheerapparaat ongeveer € 90,= bedroeg. Daarvan is in beklag noch in beroep een nadere
onderbouwing gegeven. De beroepscommissie zal de hoogte van de tegemoetkoming daarom, rekening houdende met de omstandigheid dat niet is gesteld dat het een nieuw apparaat betrof, vaststellen op € 45,=, zulks ten laste van de directeur van de p.i.
Krimpen aan den IJssel.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond ten aanzien van de uitspraak van de beklagrechter bij de p.i. Vught, voor zover deze uitspraak ziet op de vermissing van een dekbed en een paar sportschoenen en bevestigt in zoverre de uitspraak van de
beklagrechter, met vernietiging van die uitspraak voor het overige.
Zij verstaat dat het beklag omtrent de vermissing van het scheerapparaat is gericht tegen de directeur van de p.i. Krimpen aan den IJssel en verklaart dit beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager ten laste van de directeur van de p.i. Krimpen aan den IJssel een tegemoetkoming toekomt van € 45,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, drs. R.K. Boelens en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 9 februari 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven