Nummer: 15/3365/GB
Betreft: [klager] datum: 12 januari 2016
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.R. Kellermann, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 5 oktober 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de afdeling Extra Zorg Voorziening (EZV-afdeling) van de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 11 november 2013 gedetineerd. Hij verbleef in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) Scheveningen. Op 17 augustus 2015 is hij overgeplaatst naar de EZV-afdeling van de gevangenis van de p.i. Ter Apel, een inrichting voor
strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen als bedoeld in artikel 20b, tweede lid onder a, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling).
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager is in eerste instantie naar de PPC Scheveningen overgeplaatst, omdat hij suïcidaal en labiel werd bevonden. Blijkens het selectieadvies van 12 augustus 2015 zou
klager stabiel (genoeg) zijn om te worden overgeplaatst. Klager is het hier niet mee eens. De raadsman merkt op dat hij nog geen inzage heeft gehad in dit selectieadvies. Het is voor klager belangrijk dat hij regelmatig contact heeft met zijn vrouw,
kinderen en familieleden. Dit is niet alleen van belang voor klager, maar ook voor zijn kinderen. Klagers familie is woonachtig in de omgeving van Rotterdam. Skype en de mogelijkheid tot het aanvragen van een omgekeerde bezoekregeling zijn voor klager
onbevredigend en kunnen niet als alternatief dienen. Skype kan niet in de plaats treden van het recht op bezoek als bedoeld in artikel 38 Pbw. Het kan hoogstens als een alternatief worden gezien om het contact met de buitenwereld te bevorderen of
wanneer bezoek onmogelijk is vanwege familie in het buitenland. De mogelijkheid om te skypen mag het recht op bezoek niet vervangen, vooral niet wanneer het ontvangen van bezoek ook gerealiseerd kan worden door een overplaatsing. Verwezen wordt naar
een
onderzoek van de Inspectie Veiligheid en Justitie. Daarnaast zit klager een gevangenisstraf van tien jaar uit en is de druk en stress die dit oplevert voor zowel klager als voor zijn vrouw en kinderen onevenredig hoog. Nu klager een gevangenisstraf van
tien jaar uitzit, ligt het voor de hand om klager pas in de laatste fase van zijn straf over te plaatsen naar de p.i. Ter Apel met het oog op de voorbereiding op de terugkeer naar zijn land van herkomst. De beslissing van de selectiefunctionaris van 5
oktober 2015 is derhalve onzorgvuldig en houdt onvoldoende rekening met de specifieke omstandigheden van het individuele geval. Klager verzoekt om te worden gehoord. Ten slotte verzoekt klager om een tegemoetkoming.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Op grond van artikel 20, eerste lid, van de Regeling heeft de selectiefunctionaris bij de plaatsing van strafrechtelijk gedetineerde
vreemdelingen slechts één keuze en dat is de p.i. Ter Apel. Klager behoort tot de groep strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen. De hoogte van de straf is daarbij niet van belang. Uit het selectieadvies van 12 augustus 2015 volgt dat de
gedragsdeskundige heeft aangegeven dat klager stabiel functioneert, deelneemt aan alle activiteiten en goed contact heeft met zowel personeel als medegedetineerden. Ten aanzien van de door klager aangevoerde bezoekproblemen merkt de
selectiefunctionaris
op dat voor klager de mogelijkheid bestaat om contact te houden met zijn familie middels skype. Daarnaast bestaat voor klager de mogelijkheid om een omgekeerde bezoekregeling aan te vragen. Derhalve is er geen sprake van bijzondere omstandigheden die
aanleiding zouden geven voor een afwijken van plaatsing in een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen.
4. De beoordeling
4.1. Klager heeft verzocht het beroep mondeling te mogen toelichten. Dit verzoek, dat verder niet door klager is toegelicht, wijst de beroepscommissie af. Zij acht zich op basis van de stukken voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen.
4.2. De p.i. Ter Apel is, onder meer, een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen, als bedoeld in artikel 20b, tweede lid onder a, van de Regeling met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.3. Klager behoort tot de categorie strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen. Ingevolge artikel 20b van de Regeling worden vreemdelingen die na de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf geen rechtmatig verblijf meer hebben in Nederland in
beginsel geplaatst in een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen.
4.4. Blijkens het selectieadvies van de directeur van de PPC Scheveningen wordt geadviseerd om klager over te plaatsen naar een normaal beveiligde inrichting. Aangeraden wordt om klager te plaatsen op een EZV-afdeling. Klager heeft na de
tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf geen rechtmatig verblijf in Nederland. Gelet daarop komt klager in beginsel in aanmerking voor plaatsing in een inrichting bestemd voor de opneming van strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen. Van de twee
inrichtingen in Nederland die bestemd zijn voor de opneming van strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen is de p.i. Ter Apel bedoeld voor opname van gedetineerden die een gevangenisstraf opgelegd hebben gekregen van meer dan vier maanden. Klager is
veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien jaar. Klager voldoet aan alle vereisten voor plaatsing in de p.i. Ter Apel. Plaatsing van een strafrechtelijk gedetineerde vreemdeling in een andere inrichting dan in een daarvoor bestemde inrichting is niet
uitgesloten doch daartoe wordt slechts overgegaan indien sprake is van uitzonderlijke feiten of omstandigheden. Als reden voor afwijking wordt in klagers geval aangevoerd dat klagers psychische toestand er baat bij zou hebben als klager bezoek van zijn
vrouw en kinderen zou ontvangen, welk bezoek in de p.i. Ter Apel niet goed mogelijk is in verband met de reisafstand. De beroepscommissie acht die reden onvoldoende zwaarwegend om af te wijken van de standaardplaatsing in een inrichting bestemd voor
strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen. Problemen bij het bezoek zijn enerzijds inherent aan detentie, zeker indien sprake is van plaatsing in een inrichting bestemd voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen, omdat er daarvan slechts twee
zijn
in Nederland, terwijl anderzijds de gestelde problemen ten aanzien van de mogelijkheid om klager in de p.i. Ter Apel te bezoeken, onvoldoende feitelijk zijn onderbouwd. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de
selectiefunctionaris kan daarom, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van M.C. Coster, secretaris, op 12 januari 2016
secretaris voorzitter