nummer: 15/2978/TB
betreft: [klager] datum: 11 januari 2016
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een beslissing van 27 augustus 2015 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Ter zitting van de beroepscommissie van 21 december 2015, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. R.P. van der Graaf, en namens de Staatssecretaris, [...], werkzaam bij de Dienst Justitiële
Inrichtingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek om hem over te plaatsen naar FPK De Woenselse Poort te Eindhoven afgewezen.
2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. De Staatssecretaris heeft op 1 juni 2015 beslist klager te plaatsen in FPC De Rooyse Wissel te Venray. Op 29 juli
2015
heeft klager verzocht om hem over te plaatsen naar FPK De Woenselse Poort.
Op 27 augustus 2015 heeft de Staatssecretaris het verzoek afgewezen.
3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft zelf voor tbs gekozen en geen hoger beroep ingesteld omdat hij aan zijn problemen wil werken. Hij was meestal zo’n drie tot zes maanden buiten en werd dan weer vastgezet. Hij was een draaideur crimineel. Hij wil behandeld worden. Hij heeft
een jong kind dat hij al drie jaar niet heeft gezien.
In FPC De Rooyse Wissel is het een bende. Er is personeelstekort. Klager heeft bij de beklagcommissie wel zo’n tweehonderd beklagzaken lopen. Het personeel liegt alles aan elkaar. Klager heeft geen vertrouwen in het personeel. Hij wil in een andere
tbs-inrichting worden geplaatst. Het personeel spuit iedereen plat. Klager wil niet als een mummie de inrichting verlaten. Er vindt geen behandeling plaats en klager kan in FPC De Rooyse Wissel geen bezoek ontvangen.
Klager is een gemaximeerde tbs opgelegd van vier jaar. Hij heeft twee maanden op een afdeling verbleven en verblijft nu sinds vier en een halve maand in een afzonderingscel. In FPC De Rooyse Wissel weten ze niet wat ze met hem aan moeten. Op 8 december
2015 is besproken hoe om te gaan met klager. Gedacht wordt aan plaatsing op de afdeling Isis 1 en dwangmedicatie. Klager heeft nu het standpunt ingenomen dat hij nergens meer aan meewerkt zolang hij in FPC De Rooyse Wissel verblijft.
Op de vraag of overplaatsing verschil zal uitmaken omdat klager in het verleden ook niet altijd heeft meegewerkt, heeft klager geantwoord dat hij aan zijn problemen wil werken. In FPC De Rooyse Wissel hebben ze, toen klager aangaf dat hij geen
medicatie mocht slikken omdat hij ADHD heeft, gezegd dat hij niets te willen heeft.
De afstand tussen zijn netwerk en FPC De Rooyse Wissel is zwaarwegend. Hij heeft nog maar één keer bezoek ontvangen. Nijmegen of Vught zijn voor zijn bezoek beter te bereizen. Van zijn gemaximeerde tbs zijn al zeven maanden voorbij. Klager heeft het
gevoel zijn gemaximeerde tbs wel uit te kunnen zitten. De zorg, die hem geboden wordt, past niet bij zijn zorgbehoefte. In een andere tbs-inrichting wordt veel betere zorg geboden. Hij verblijft nu zonder reden in een afzonderingscel. In een andere
tbs-inrichting zal hij zich voor 1000% inzetten. Hij kan niet met de Duitstalige psychiater praten. Klager spreekt geen woord Duits. Zijn kind wordt weggehouden uit de inrichting. Hij mag niet eens met zijn kind bellen. Als hij niet behandeld wordt,
zit
hij nog drie en een half jaar in afzondering. Hij wil werken, sporten en therapie. Op de vraag hoe klager behandeld zou willen worden, heeft hij geantwoord dat hij een goede psychiater wil en een goede behandeling door de juiste
mensen.
Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt ingenomen.
Aan de criteria van het Beleidskader Plaatsing TBS dwang is voldaan. Er zijn geen zwaarwegende behandelargumenten om klager over te plaatsen. Door overbenutting van de capaciteit van FPK De Woenselse Poort is overplaatsing daar heen niet mogelijk. FPC
De Rooyse Wissel is de inrichting die het dichtst bij klagers regio van herkomst is en waar hij wel geplaatst kon worden. Klager is niet gemotiveerd voor behandeling. Dit hangt samen met zijn kernproblematiek. Uit de rapportage van het PBC volgt dat
klager geen ziektebesef heeft en zich verzet tegen behandeling. Het kan een lange tijd duren voordat een behandelrelatie wordt opgebouwd. Bij overplaatsing wordt in de andere inrichting een zelfde patroon verwacht. Omdat klagers behandeling is
vastgelopen op de afdeling Chepri 2 is het plan om hem terug te plaatsen naar Isis. Hier worden gesprekken over gevoerd. Gekeken wordt of medicatie een optie is en naar klagers vermogen om mee te werken. De contacten met maatschappelijk werk zijn goed.
Hij ontvangt wel bezoek maar de vraag is of zijn netwerk voldoende steunend is. Het grootste deel van klagers netwerk heeft met hem gebroken. Hij heeft driemaal bezoek gehad, tweemaal van een vriend en eenmaal van zijn ex-vrouw. Klager heeft een
gemaximeerde tbs.
4. De beoordeling
Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.
Klager heeft binnen twee maanden na plaatsing in FPC De Rooyse Wissel om overplaatsing naar een andere tbs-inrichting verzocht en verblijft inmiddels sinds circa zeven maanden in inrichting. Hij weigert mee te werken aan zijn behandeling in FPC De
Rooyse Wissel. Uit de stukken wordt opgemaakt dat klager ook in het verleden weigerde mee te werken aan onderzoek en behandeling en de beroepscommissie acht niet aannemelijk dat door overplaatsing naar een andere tbs-inrichting klagers weigering om mee
te werken zou kunnen worden doorbroken en/of dat zijn behandeling positiever zou verlopen.
Naar het oordeel van de beroepscommissie is het niet in het belang van klagers behandeling hem in dit stadium van zijn behandeling over te plaatsen naar een andere tbs-inrichting. Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekmogelijkheden van zijn
familie kan niet tot een ander oordeel leiden nu behandelinhoudelijke argumenten op dit moment prevaleren. Daarbij komt dat de ligging van FPC De Rooyse Wissel relatief dichtbij klagers netwerk is en plaatsing in FPK De Woenselse Poort waarvoor klager
voorkeur heeft uitgesproken in verband met een opnamestop op dit moment niet mogelijk is.
De beslissing tot afwijzing van het verzoek van klager tot overplaatsing kan, gelet op het bovenstaande bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden
verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.M. Maanicus, voorzitter, mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester en drs. J. E. Wouda, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 11 januari 2016.
secretaris voorzitter