nummer: 15/3335/JV
betreft: [klager] datum: 4 januari 2016
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.L. van Gaalen, namens
[...], geboren op 2 oktober 1997, verder te noemen klager,
gericht tegen een ongedateerde beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Ter zitting van de beroepscommissie van 1 december 2015, gehouden in de rechtbank te Utrecht, is gehoord klager, bijgestaan door de kantoorgenoot van zijn raadsman mr. I. Appel.
De vertegenwoordiger van de Staatssecretaris heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn om ter zitting te verschijnen.
Het lid mr. E. Lucas was plotseling verhinderd om ter zitting te verschijnen en zal op grond van de stukken de zaak mede beoordelen.
Van het horen van klager en mr. I. Appel is verslag opgemaakt. De Staatssecretaris is in staat gesteld om schriftelijk op het verslag te reageren vóór 18 december 2015.
Op 16 december 2015 is de schriftelijke reactie van de Staatssecretaris op het secretariaat van de Raad ontvangen. Een afschrift is toegestuurd aan klager en zijn raadsman.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft als voorwaarde aan de machtiging om klager verlof te verlenen verbonden dat klager bij de verloven naar het huisadres/naar familie begeleid zal worden.
2. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft sinds drie maanden onbegeleid verlof, maar mag dit alleen doorbrengen in Lelystad. Hij is het niet eens met deze voorwaarde. Hij wil graag onbegeleid met verlof om zijn vader te bezoeken in Delft, maar hij mag daar alleen onder begeleiding
naar toe. Eerst werd hij begeleid door twee begeleiders en nu door een. De begeleider blijft gedurende het gehele bezoek bij klager. Hij is nu al een half jaar begeleid tijdens het bezoek aan zijn vader. De reden voor de begeleiding is dat hij oude
vrienden kan tegenkomen in Delft, maar hij is nu ouder en wijzer en heeft plannen voor zijn leven. Klager weet hoe hij met zo’n situatie om moet gaan. Hij is wel eens een oude vriend tegengekomen in Delft en heeft tegen die vriend gezegd dat hij zijn
best moest doen en moest gaan werken. Vervolgens heeft klager gezegd dat hij geen contact wilde, heeft hem een hand gegeven en zijn pad vervolgd. De begeleider was hierbij.
Zonder files is klager vanuit Lelystad ongeveer een uur onderweg naar Delft. Hij kan dan 45 minuten zijn vader bezoeken. De begeleider blijft er de hele tijd bij. Vader spreekt geen Nederlands. Klager heeft een heel goed contact met zijn vader. Zijn
vader bezoekt hem ook wel in Lelystad. Dat bezoek duurt een uur. Hij bezoekt zijn vader liever bij hem thuis in Delft.
Klager wil sparen en dan zijn rijbewijs halen. Hij gaat samenwerken met zijn familie. Zijn familie doet in zaken en kan hem helpen. Hij wil zich verloven en trouwen. Verder wil hij zich daar niet over uitlaten. Hij heeft hier wel over gesproken met
zijn
mentor. Zijn mentor vindt onbegeleid verlof ook een goed idee en heeft aangegeven dat het niet aan hem ligt dat klager niet onbegeleid naar zijn vader mag. Klager heeft nu drie maanden onbegeleid verlof in Lelystad en in die tijd zijn er nooit
problemen
geweest. Hij is inmiddels achttien jaar oud. Hij heeft een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd die recent is verlengd en die hij binnenkort gaat ophalen. Het is niet heel fijn voor klager als er continu iemand bij het bezoek aan zijn vader over
zijn schouder meekijkt. Klager begrijpt het dat er reden zou kunnen zijn voor het begeleiden van zijn verlof, maar hij heeft nu al drie maanden aangetoond dat hij onbegeleid met verlof kan. Er zijn onvoldoende redenen om hem onbegeleid verlof voor
bezoek aan zijn vader te weigeren. De politie heeft aangegeven dat gevreesd wordt dat hij contact met vrienden zal opnemen, maar klager heeft daar een uitgesproken mening over. Door hem onbegeleid verlof naar zijn vader te weigeren, komt klagers
gefaseerde terugkeer in de maatschappij in gevaar. Er zou een hulpverlener worden gezocht die de taal van klagers vader spreekt, maar daar wordt nu al twee maanden op gewacht. Toezicht op het verlof kan ook via klagers vader lopen. Klager heeft geen
contact met oude vrienden. De volgende stap dient gezet te worden om klager zijn vaardigheden te laten oefenen. Hij denkt goed na voordat hij reageert en dit beschermt hem tegen in de fout gaan. Hij kan reflecteren. In de inrichting twijfelen de
behandelcoördinator en de groepsleider hieraan. Dit heeft te maken met het strafbare feit waarvoor klager is veroordeeld. Hij begrijpt die gedachte wel, maar inmiddels is klager drie jaar verder, volwassen en hij kan reflecteren.
Hij heeft met zijn mentor besproken of hij kan oefenen met onbegeleid verlof naar zijn vader Zijn mentor vindt dit een goed idee. Klager zou met de trein kunnen gaan terwijl zijn mentor in de buurt blijft en hem op het station weer kan ontmoeten.
Hij verblijft al zeventien jaar in Nederland. Zijn moeder verblijft veilig in een Europees land en heeft haar eigen familie en werk. Zijn broers en zussen wonen in Nederland en zijn aanwezig geweest bij gesprekken.
Klager wil werken aan vrijheden en wil graag terugkeren en normaal functioneren in de maatschappij. Hij heeft zich ontwikkeld en wil graag laten zien dat hij het kan.
Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht.
Sinds 20 maart 2015 beschikt de j.j.i. Lelystad over een verlofmachtiging voor begeleid verlof. Begeleide verloven zijn gefaseerd ingezet mede gelet op de problematiek, zwakbegaafdheid en psychische problemen. In eerste instantie was er sprake van een
tweemansbegeleiding en nu een eenmansbegeleiding. De begeleide verloven worden eerst in de directe omgeving van de j.j.i. gegeven en zijn vervolgens uitgebreid met verloven naar de thuissituatie in Delft. In het verlofplan zijn behandeldoelen opgenomen
waaronder het stimuleren van contact met klagers vader en andere familieleden, het opdoen van basale sociale en praktische vaardigheden, het omgaan met risicosituaties, het ervaren van beloning voor inzet en stimuleren van positief gedrag. De
voorwaarde
dat het verlof naar vader/familie begeleid zal worden is aan het verlof verbonden in verband met signalen dat klager zich wilde onttrekken aan detentie. Klagers vader had hierin ook een naïeve rol gespeeld. Zijn vader had hem gevraagd spullen mee te
nemen omdat hij weer vaker thuis zal zijn. Hierdoor is het idee bij de j.j.i. ontstaan dat klager zich wilde onttrekken aan detentie. Er is nauwelijks contactopbouw tussen het gezin en de j.j.i. door een taalbarrière. De contacten met klagers vader
gaan
moeizaam. Zijn vader heeft een andere kijk op de problematiek en het traject. Hierover vinden regelmatig gesprekken plaats tussen de j.j.i. en klagers vader. Hoewel er twijfels zijn over het behandelcommitment, is het toch wenselijk geacht om met
onbegeleid verlof te starten. Contact is gezocht met de gemeente Delft, de woonplaats van vader. Door de gemeente zijn zorgen uitgesproken. Klagers oude vriendengroep is erg actief in de buurt. De politie zou negatief advies hebben gegeven voor
verlofverlening. Gezocht wordt naar hulpverlener die qua cultuur en taal kan aansluiten bij het gezin om hen te ondersteunen. Verloven naar de thuissituatie worden vooralsnog begeleid. Indien de directeur van mening is dat klager onbegeleid met verlof
naar de thuissituatie kan, zal hiertoe een aanvullend verzoek worden ingediend. Een contactverbod zoals voorgesteld, is beperkt controleerbaar.
Door klager is gesteld dat hij in verband met de reistijd nog maar 45 minuten zijn vader kan bezoeken. Dit is niet juist. Er zijn diverse verloven naar vader geweest die de hele dag hebben geduurd. Het is juist dat klager tijdens verlof naar huis
begeleid wordt door een personeelslid van de j.j.i. en dat de begeleider constant aanwezig is.
Op 16 december 2015 is telefonisch contact opgenomen met klagers behandelcoördinator om de actuele stand van zaken na te gaan. De behandelcoördinator gaf aan dat klagers verloven goed zijn verlopen. In november 2015 is er een bespreking van het
perspectiefplan geweest waarin is aangegeven dat als klager zijn verloven op deze positieve manier voortzet er medio januari 2016 een aanvraag wordt ingediend om klager met onbegeleid verlof naar zijn vader te laten gaan.
3. De beoordeling
Op grond van artikel 77, tweede lid, Bjj staat beroep open tegen een beslissing van of namens de Minister aangaande verlof.
Artikel 40 van het Reglement justitiële jeugdinrichtingen bepaalt dat de Minister nadere regels kan stellen over het aanvragen en het verlenen van verlof.
In de beslissing van de Staatssecretaris om aan klager verlof te verlenen is als aanvullende voorwaarde opgenomen dat klager bij de verloven naar het huisadres/naar familie begeleid zal worden.
Gelet op de door de selectiefunctionaris geschetste problematiek bij klager, het gegeven dat klagers vriendengroep (nog steeds) actief is in Delft en klagers verklaring dat hij inderdaad een oude vriend tijdens zijn verlof in Delft is tegengekomen,
acht
de beroepscommissie het niet onredelijk of onbillijk dat aan klagers verlofmachtiging de voorwaarde is verbonden dat het verlof in Delft onder begeleiding plaatsvindt. Daarbij komt dat door de selectiefunctionaris is aangegeven dat indien klagers
verloven goed blijven verlopen medio januari 2016 er een aanvraag kan worden ingediend om zijn vader onbegeleid te bezoeken.
Gelet op het voorgaande zal het beroep ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J. Calkoen-Nauta, voorzitter, dr. F. Boer en mr. E. Lucas, leden, bijgestaan door mr. H.S. van Gemert, secretaris, op
4 januari 2016.
secretaris voorzitter