Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/3936/GV, 4 januari 2016, beroep
Uitspraakdatum:04-01-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/3936/GV

betreft: [klager] datum: 4 januari 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. H.M.S. Cremers, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de (fictieve) weigering van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
(de Staatssecretaris) om een beslissing te nemen op klagers verzoek om strafonderbreking,

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De (fictieve) weigering van de Staatssecretaris om een beslissing te nemen op klagers verzoek om strafonderbreking.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt – samengevat en zakelijk weergegeven – toegelicht. Op 13 augustus 2015 heeft klager verzocht om strafonderbreking. Op 28 augustus 2015 heeft hij hiervan een ontvangstbevestiging gekregen. Klagers raadsvrouw heeft
het Bureau Selectiefunctionarissen op 2 november 2015 per e-mail verzocht om een spoedige beslissing. Hierop is geen reactie ontvangen. Op 23 november 2015 is het Bureau Selectiefunctionarissen wederom verzocht om een behandeling met allerhoogste
spoed.
Wegens het uitblijven van een reactie is op 25 november 2015 een aangetekend schrijven aan het Bureau Selectiefunctionarissen gezonden. Dezelfde dag heeft klagers raadsvrouw een ontvangstbevestiging van de e-mail van 2 november 2015 ontvangen en heeft
een medewerker van het Bureau Selectiefunctionarissen telefonisch medegedeeld dat zij contact zou opnemen met de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel voor nadere informatie. Gezien het vorenstaande is de beslistermijn ernstig overschreden.
Onderhavige zaak betreft een principiële zaak waarbij – op grond van artikel 40a, tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (de Regeling) – de rechtsongelijkheid bij het toekennen van strafonderbreking tussen vreemdelingen aan
wie
een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaar is opgelegd en vreemdelingen die een langere gevangenisstraf dienen te ondergaan aan de orde wordt gesteld. Klager had in redelijkheid recht op strafonderbreking nadat hij de helft van zijn gevangenisstraf
had ondergaan. Derhalve wordt verzocht om een tegemoetkoming.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt – samengevat en zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager heeft op 13 augustus 2015 verzocht om strafonderbreking. Op 28 augustus 2015 is klager een ontvangstbevestiging verstuurd. Daarbij
is aangegeven dat de selectiefunctionaris in afwachting was van informatie van de p.i. Ter Apel, waardoor nog niet op het verzoek kon worden beslist. Op 2 november 2015 heeft klagers raadsvouw contact opgenomen met het Bureau Selectiefunctionarissen.
Op
25 november 2015 is een ontvangstbevestiging verstuurd naar aanleiding van een aangetekend schrijven. Op 26 november 2015 heeft de p.i. Ter Apel positief geadviseerd en is klagers verzoek om strafonderbreking toegewezen. Als bij klager en zijn
raadsvrouw de indruk is gewekt dat de behandeling van het verzoek ten onrechte is getraineerd dan wordt daarvoor excuses aangeboden. Klager is middels de ontvangstbevestiging van 28 augustus 2015 gewezen op de procedure. Voorts is in die
ontvangstbevestiging vermeld dat hij zich met vragen kan richten tot de inrichting. Niet duidelijk is welke stappen na augustus 2015 ten aanzien van de inrichting zijn ondernomen. Nu op 26 november 2015 positief is beslist op klagers verzoek dient hij
niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beroep.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 42 maanden met aftrek, wegens opzettelijke overtreding van artikel 2 van de Opiumwet. De einddatum van zijn detentie is thans gesteld op 10 april 2017.

Namens klager is op 25 november 2015 een beroepschrift ingediend wegens het uitblijven van een beslissing van de Staatssecretaris op klagers verzoek om strafonderbreking. Ingevolge artikel 72, tweede lid, van de Pbw heeft een gedetineerde het recht een
beroepschrift in te dienen tegen een hem betreffende beslissing aangaande verlof. De beroepscommissie overweegt dat de weigering om een beslissing te nemen hieraan gelijk wordt gesteld. Klager is derhalve ontvankelijk in zijn beroep.

Aan de orde is de vraag of de beslistermijn voor de beoordeling van klagers verzoek om strafonderbreking is overschreden. Uit de stukken blijkt dat klager op 13 augustus 2015 heeft verzocht om strafonderbreking en dat de Staatssecretaris – na
herhaaldelijke verzoeken van klagers raadsvrouw om een spoedige beslissing – op 26 november 2015 op dit verzoek positief heeft beslist. De beroepscommissie is van oordeel dat een redelijke beslistermijn hiermee is overschreden.

Voor zover wordt aangevoerd dat artikel 40a, tweede lid, van de Regeling leidt tot individuele rechtsongelijkheid geldt dat dit verweer niet kan slagen. Artikel 40a, tweede lid, van de Regeling betreft een algemeen geldende regel. Het staat de
Staatssecretaris vrij om bij de toepassing hiervan een onderscheid te maken, zoals de wetgever dat ook mogelijk heeft gemaakt bij de algemene v.i.-regeling uit artikel 15 van het Wetboek van Strafrecht.
Nu de Staatssecretaris uiteindelijk een positieve beslissing heeft genomen en klager ingevolge artikel 40a, tweede lid, van de Regeling (pas) vanaf 15 februari 2016 in aanmerking zou komen voor strafonderbreking, zal de beroepscommissie het beroep
ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Boerhof, secretaris, op 4 januari 2016.
secretaris voorzitter

Naar boven