Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2364/GA, 21 december 2015, beroep
Uitspraakdatum:21-12-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/2364/GA

betreft: [klager] datum: 21 december 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 15 juli 2015 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 7 december 2015, gehouden in de locatie De Schie te Rotterdam, is klager gehoord.
De directeur van de p.i. Krimpen aan den IJssel heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat klager geen statiegeld heeft ontvangen voor 28 statiegeldflessen die hij heeft ingeleverd.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft helemaal geen statiegeld ontvangen, terwijl hij 28 flessen heeft ingeleverd. Klager heeft deze flessen ingeleverd bij een piw-er met vermelding van zijn registratienummer. Klager kan zelf geen contact opnemen met de winkel. Klager voelt
zich bestolen. De directeur heeft niet eens een onderzoek laten verrichten.

De directeur heeft in beroep schriftelijk verwezen naar zijn standpunt zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie en is niet ter zitting verschenen.

3. De beoordeling
Het dossier bevat een lijst waarop onder meer is weergegeven hoeveel flessen frisdrank klager heeft gekocht, hoeveel statiegeld hij heeft moeten betalen en hoeveel lege statiegeldflessen zijn ingeleverd. Hieruit blijkt dat klager in de periode van 13
januari 2015 tot en met 28 april 2015 in totaal 49 flessen heeft gekocht en 34 flessen op zijn naam retour zijn ontvangen. Een juist registratiesysteem van de daadwerkelijk door klager ingeleverde hoeveelheid statiegeldflessen ontbreekt. Mede tegen die
achtergrond, acht de beroepscommissie aannemelijk geworden dat klager ten onrechte en mede als gevolg van het ontbreken van een dergelijk registratiesysteem ter zake van 15 ontbrekende flessen geen statiegeld heeft ontvangen. Zij zal het beroep en het
onderliggende beklag daarom gegrond verklaren.
De beroepscommissie acht termen aanwezig om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen die bedoeld is voor door klager ondervonden ongemak. Deze stelt zij vast op € 5=. Tevens is de schade die klager heeft ondervonden eenvoudig vast te stellen. De
beroepscommissie stelt deze schade vast op € 3,75 (15 lessen x € 0,25 statiegeld). Voornoemde bedragen samen vormen de tegemoetkoming die aan klager zal worden toegekend.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van in totaal € 8,75.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, ing. M.J. Mulders en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op

secretaris voorzitter

Naar boven