Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2092/GA en 15/2133/GA, 7 december 2015, beroep
Uitspraakdatum:07-12-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Activiteiten  v

Uitspraak

nummer: 15/2092/GA en 15/2133/GA

betreft: [klager] datum: 7 december 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van de bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften van

de directeur van de locatie Sittard,

en

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 22 juni 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde locatie, voor zover daartegen beroep is ingesteld,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft klager en de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld om hun beroepen schriftelijk toe te lichten en op elkaars beroepen te reageren.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag – zo begrijpt de beroepscommissie uit de klaagschriften – betreft:
a. het samenvallen van onderwijs met het luchten op 7 en 28 april 2015;
b. het insluiten van klager tijdens TRA-activiteiten;
c. het niet geven van onderwijs in de TRA-blokken;
d. de omstandigheid dat klager in het basisprogramma verblijft en een dagprogramma krijgt dat niet voldoet aan de eisen van de wet.

De beklagrechter heeft het beklag als vermeld onder a gegrond verklaard en het beklag als vermeld onder b ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven. De beklagrechter heeft een tegemoetkoming van € 10,= toegekend
vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag onder a.
De beklagrechter heeft geen oordeel gegeven over het beklag onder c en d.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft het beroep dat is gericht tegen de gegrondverklaring van het beklag onder a, als volgt toegelicht. Klager staat ingeschreven voor de cursus computervaardigheden op dinsdagmiddag. Als de cursus computervaardigheden samenvalt met het
luchtmoment, is het aan klager om te kiezen aan welke activiteit hij wil deelnemen. Klager wordt hierdoor niet in enig recht geschonden.

Klager heeft zijn beroep niet nader toegelicht.
3. De beoordeling
Het beroep van de directeur richt zich tegen de gegrondverklaring van het beklag onder a.
Het beroep van klager richt zich – zo begrijpt de beroepscommissie – tegen de hoogte van de tegemoetkoming inzake het beklag onder a.

Ten aanzien van het beroep van de directeur inzake het beklag onder a overweegt de beroepscommissie dat hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot een andere beslissing kan leiden dan die van de beklagrechter. In aanvulling hierop overweegt de
beroepscommissie als volgt. Ingevolge het bepaalde in artikel 49, derde lid, van de Pbw draagt de directeur zorg dat de gedetineerde in de gelegenheid wordt gesteld dagelijks tenminste een uur in de buitenlucht te verblijven. De beroepscommissie kent
aan die norm grote waarde toe en de wetgever heeft het fundamentele belang van het verblijf in de buitenlucht voor gedetineerden erkend door er in geval van afzondering op welke grond dan ook geen (structurele) beperking anders dan individueel verblijf
in de buitenlucht op aan te brengen. Tegen deze achtergrond is de beroepscommissie van oordeel dat in beginsel een keuze voor een activiteit binnen de inrichting er niet toe mag leiden dat de gedetineerde geen gebruik kan maken van zijn recht op
verblijf in de buitenlucht. Gelet hierop zal het beroep van de directeur ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van het beroep van klager, gericht tegen de hoogte van de tegemoetkoming inzake het beklag onder a, overweegt de beroepscommissie dat zij zich kan verenigen met de toegekende tegemoetkoming. Het beroep van klager zal dan ook in zoverre
ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van het beroep van klager inzake het beklag onder b overweegt de beroepscommissie dat de beklagrechter op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van het beklag onder c en d overweegt de beroepscommissie het volgende. De beklagrechter heeft geen oordeel gegeven over deze klachten. De beroepscommissie zal om proceseconomische redenen deze klachten in eerste en enige aanleg afdoen.

Ten aanzien van het beklag onder c overweegt de beroepscommissie dat het beklag is gericht tegen een algemeen geldende regel. Hiertegen staat op grond van artikel 60, eerste lid, van de Pbw geen beklag open, tenzij die algemene regel in strijd is met
hogere wet- of regelgeving. Daarvan is niet gebleken. De beroepscommissie zal klager derhalve niet-ontvankelijk verklaren in dit beklag.

Ten aanzien van het beklag onder d overweegt de beroepscommissie het volgende. ISD’ers verblijven niet in het basis- of plusprogramma. Zij krijgen een op hen afgestemd programma. Klager verleent geen medewerking aan resocialisatieactiviteiten,
waardoor
klagers dagprogramma overeenkomt met het basisprogramma. Niet gebleken is dat klagers programma niet voldoet aan de eisen van artikel 3 van de Penitentiaire maatregel. De beroepscommissie zal derhalve het beklag onder d ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van de directeur gericht tegen de gegrondverklaring van het beklag onder a ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter.
De beroepscommissie verklaart het beroep van klager gericht tegen de hoogte van de toegekende tegemoetkoming inzake het beklag onder a en tegen de ongegrondverklaring van het beklag onder b ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter, voor
zover daartegen beroep is ingesteld.
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beklag onder c en verklaart het beklag onder d ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. E.P. Versluis, secretaris, op 7 december 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven