Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2320/TB, 23 december 2015, beroep
Uitspraakdatum:23-12-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/2320/TB

betreft: [klager] datum: 23 december 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 14 juli 2015 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 november 2015, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. N.A. Heidanus, en namens de Staatssecretaris, [...], werkzaam bij
de
Dienst Justitiële Inrichtingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft beslist klager te plaatsen in FPC Oostvaarderskliniek te Almere (hierna: de Oostvaarderskliniek).

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, met aftrek, en ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klager verbleef sinds 8 maart 2011 in FPC
Veldzicht.
Op 19 augustus 2014 heeft de Staatssecretaris aan het hoofd van de inrichting machtiging verleend voor het aan klager verlenen van transmuraal verlof. Klager is op 10 oktober 2014 overgeplaatst naar de Loena, de transmurale resocialisatieafdeling van
FPC Veldzicht. Klager is op 11 juni 2015 teruggeplaatst in de inrichting vanwege een aantal incidenten. Op 2 juli 2015 heeft het Adviescollege Verloftoetsing TBS (Avt) de Minister van Veiligheid en Justitie negatief geadviseerd omtrent de nieuwe
aanvraag voor transmuraal verlof. Op 6 juli 2015 heeft FPC Veldzicht de Staatssecretaris verzocht klager over te plaatsen naar de Oostvaarderskliniek vanwege de afname van de TBS-capaciteit in FPC Veldzicht. Op 9 juli 2015 heeft de Staatssecretaris het
hoofd van de inrichting bericht niet akkoord te gaan met het gevraagde verlof en daarbij de nog lopende verlofmachtiging ingetrokken. Op 14 juli 2015 heeft de Staatssecretaris klager geplaatst in de Oostvaarderskliniek. Deze overplaatsing is op 14 juli
2015 gerealiseerd.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager had in FPC Veldzicht transmuraal verlof en zou binnen enkele weken worden geplaatst naar een transmurale voorziening in Zwolle. De begeleiding zou vervolgens tijdens deze plaatsing in
administratieve zin door FPC Van Mesdagkliniek worden overgenomen. Klager is echter voor een time-out naar binnen geplaatst. Het behandelteam van FPC Veldzicht wilde verder met klager, maar de transitie van Veldzicht heeft dit voornemen doorkruist.
Klager is vervolgens in de Oostvaarderskliniek op een intensieve zorgafdeling (ICU) geplaatst en heeft bij binnenkomst direct een rode kaart gekregen. Het behandeltraject duurt hierdoor vele malen langer. Klager volgt al jaren ambulante psychotherapie
bij therapeut de H.. Klager zal nu helemaal opnieuw met een nieuwe therapeut moeten beginnen. Door de overplaatsing raakt klager tevens zijn werk kwijt. Klager kan zijn ernstig zieke moeder niet meer zien, omdat de afstand naar Almere voor haar te
groot
is. Ook voor klagers vriendin, kinderen en familie is de afstand te groot. Verder kan ook de huidige reclasseringscontactpersoon klager in Almere niet meer begeleiden.
Klager had alles goed op de rails. Het is jammer dat er op de Loena ruis is ontstaan rondom klager. Klager stelt dat hij wel open is geweest over de relatie met de vrouw. Ook over de aanschaf van de motor heeft klager met het vorige hoofd behandeling
gesproken, die in mei 2015 is vertrokken. Klager meent dat dit niet goed met het nieuwe hoofd en het overige personeel is gecommuniceerd. Klager mocht vorig jaar van de inrichting een auto of motor kopen. Klager heeft aangegeven dat hij na de winter
een
motor zou kopen. De motor is afgeleverd bij de Loena en gewoon betaald. Het geschil ging over motorkleding. De intrekking van de verlofmachtiging is onbegrijpelijk. Klager meent dat hij de dupe is geworden van de transitie van FPC Veldzicht. Klager
heeft tot nu toe geen behandeling gekregen in de Oostvaarderskliniek. De relatie met de eerdergenoemde vrouw is een tijd geledenbeëindigd.

Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt ingenomen. Blijkens het verzoek van FPC Veldzicht is de reden van de overplaatsing gelegen in de bestemmingswijziging van FPC Veldzicht per 1 januari 2016. De inrichting heeft
geprobeerd klager te laten resocialiseren in Zwolle waartoe FPC Veldzicht op 12 mei 2015 heeft verzocht om uitbreiding en wijziging van het verlofplan teneinde een verblijf in een transmurale woonvoorziening in Zwolle mogelijk te maken alsmede
onbegeleide overnachtingen bij gescreende familieleden. Als dit was gelukt had volstaan kunnen worden met een administratieve overplaatsing van klager naar FPC Dr. S. van Mesdag. Echter, op 11 juni 2015 is klager teruggeplaatst in de inrichting naar
aanleiding van het feit dat hij zonder overleg een motor had aangeschaft. Er waren onduidelijkheden over de financiering hiervan. De verhalen van klager en medewerkers van het motorbedrijf komen niet met elkaar overeen. Verder is klager niet open
geweest over een relatie met een vrouw en de in de woning aangetroffen twee flessen wijn, meerdere laptops en telefoons. FPC Veldzicht heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden meer waren om klager te resocialiseren vanuit de kliniek. Klager is
hierdoor aangeboden voor overplaatsing, waarbij door FPC Veldzicht is aangetekend, dat in de volgende kliniek een stap terug zou moeten worden gezet en moet worden beoordeeld hoe zijn behandeling verder vormgegeven zou moeten worden. Een plaatsing in
FPC Dr. S. van Mesdag is niet wenselijk bevonden, omdat het slachtoffer dicht in de buurt van deze kliniek woont.
De Staatssecretaris heeft de inrichting gevolgd in zijn verzoek klager over te plaatsen. Het behandelteam had geen vertrouwen meer in een behandeling in Veldzicht.

4. De beoordeling
Klager verbleef sinds 10 oktober 2014 in de transmurale woonvoorziening van FPC Veldzicht. Op 9 juli 2015 heeft de Staatssecretaris besloten de nieuwe aanvraag voor een verlofmachtiging af te wijzen en de nog lopende verlofmachtiging in te trekken.
Gelet hierop heeft de Staatssecretaris kunnen besluiten dat een voortgezet verblijf in FPC Veldzicht niet mogelijk is, temeer nu ook sprake is van een bestemmingswijziging per 1 januari 2016 en daardoor een afname van de tbs-capaciteit in deze
inrichting.

Klager heeft geen zwaarwegende argumenten aangevoerd die zouden kunnen of moeten leiden tot het oordeel dat de Staatssecretaris in redelijkheid niet tot de bestreden plaatsingsbeslissing heeft mogen komen. Klager kon niet geplaatst worden in FPC Dr. S.
van Mesdag aangezien het slachtoffer dicht in de buurt van deze kliniek woonachtig is. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, drs. W.A.Th Bos en mr. R.M. Maanicus, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 23 december 2015

secretaris voorzitter

Naar boven