Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2761/GA e.a., 22 december 2015, beroep
Uitspraakdatum:22-12-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummers: 15/2761/GA, 15/2886/GA, 15/2887/GA, 15/2888/GA, 15/2889/GA, 15/2890/GA, 15/2891/GA

betreft: [klager] datum: 22 december 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen zeven uitspraken van 13 augustus 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad, betreffende
a. het lezen van klagers klaagschriften door het afdelingshoofd en p.i.w.-ers (2015/360 en 15/2761/GA);
b. het niet beklagwaardig zijn van puur feitelijk handelen (2015/359 en 15/2886/GA);
c. het te groot zijn van de p.i. Lelystad om efficiënt te kunnen voldoen aan individuele behandeling (2015/354 en 15/2887/GA);
d. het niet aanbieden van een vervangende activiteit tijdens het luchten als het weer te slecht is voor klager om naar buiten te gaan (2015/356 en 15/2888/GA);
e. het geen toegang hebben tot de meest recente versie van de Pbw (2015/358 en 15/2889/GA);
f. het functioneren van de casemanager (2015/355 en 15/2890/GA);
g. het systeem van het indienen van verzoekbriefjes (2015/357 en 15/2891/GA),

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

De beklagrechter heeft klager telkens niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op de beroepen en klager om de beroepen schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Ten aanzien van a overweegt de beroepscommissie het volgende. Het openen en lezen van geprivilegieerde post betreft een door of namens de directeur genomen beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. De beroepscommissie zal derhalve
de
uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog ontvangen in het beklag.
Op grond van artikel 36, tweede lid, van de Pbw is de directeur bevoegd enveloppen of andere poststukken, afkomstig van of bestemd voor gedetineerden, op de aanwezigheid van bijgesloten voorwerpen te onderzoeken en deze hiertoe te openen. Indien de
enveloppen of andere poststukken afkomstig zijn van of bestemd zijn voor de in artikel 37, eerste of tweede lid, van de Pbw genoemde personen of instanties, waaronder de commissie van toezicht, geschiedt dit onderzoek in aanwezigheid van de betrokken
gedetineerde. Dit laatste om te waarborgen dat deze controle zich niet uitstrekt tot de geschreven inhoud van de poststukken. Nu de directeur heeft weersproken dat de klaagschriften van klager ten tijde van het indienen van het beklag werden gelezen
door het afdelingshoofd en p.i.w.-ers, en de andersluidende stelling van klager niet aannemelijk is geworden, zal het beroep ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van b, c, d, f en g overweegt de beroepscommissie dat hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot andere beslissingen kan leiden dan die van de beklagrechter. De beroepen zullen derhalve ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van e overweegt de beroepscommissie het volgende. De weigering om op verzoek van klager de meest recente versie van de Pbw te verstrekken, betreft een beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. De beroepscommissie zal
derhalve de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog ontvangen in het beklag.
In artikel 13.1 van de Regeling model huisregels penitentiaire inrichtingen is bepaald dat een gedetineerde recht heeft op onder meer inzage in de Penitentiaire beginselenwet. Dat recht is slechts effectief, als de gedetineerde toegang heeft tot een
actuele versie van de Pbw. Anders dan de directeur stelt, is de Pbw sinds 2008 een aantal malen op onderdelen inhoudelijk gewijzigd en wel per 20 mei 2009, 25 maart 2010, 12 december 2010, 8 maart 2013, 19 juni 2013, 28 november 2013, 9 juli 2014, 14
november 2014 en 24 april 2015. Nu de directeur heeft nagelaten klager inzage te verlenen in de meest recente versie van de Pbw, dient het beroep gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht termen aanwezig om een tegemoetkoming toe te kennen en
bepaalt deze op een bedrag van € 5,=.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart de beroepen ten aanzien van a en e gegrond, vernietigt de uitspraken van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart het beklag ten aanzien van a ongegrond en ten aanzien van e
gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager inzake het beklag onder e een tegemoetkoming toekomt van
€ 5,=.
De beroepscommissie verklaart de beroepen ten aanzien van b, c, d, f en g ongegrond en bevestigt de uitspraken van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. E.P. Versluis, secretaris, op 22 december 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven