Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/3176/GA, 22 december 2015, beroep
Uitspraakdatum:22-12-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/3176/GA

betreft: [klager] datum: 22 december 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 15 september 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 7 december 2015, gehouden in locatie De Schie te Rotterdam, is klager gehoord.
De directeur van de p.i. Krimpen aan den IJssel heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen. Op 27 november 2015 en 4 december 2015 heeft de directeur zijn standpunt schriftelijk kenbaar gemaakt.
Klagers raadsman mr. R.J.M. Oerlemans is niet verschenen ter zitting van de beroepscommissie.

Op 7 december 2015 is telefonisch geverifieerd of de raadsman schriftelijk heeft onderbouwd welk type spelcomputer klager wilde laten invoeren. De kantoorgenoot van de raadsman heeft die onderbouwing opgestuurd. Een afschrift hiervan is op 8 december
2015 naar de directeur van de p.i. Krimpen aan den IJssel verstuurd.
De directeur heeft hierop schriftelijk gereageerd. Een afschrift daarvan is op 18 december 2015 naar klager en diens raadsman verzonden.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de weigering om klagers spelcomputer in te voeren.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Er is een spelcomputer voor klager gekocht. Deze werd bij het BAD meteen geweigerd omdat hij een USB-aansluiting zou hebben, terwijl de spelcomputer geen USB-aansluiting heeft. De raadsman heeft specificaties en foto’s van de computer opgestuurd.
Klager
verwijst hiernaar.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt schriftelijk als volgt toegelicht.
Spelcomputers zijn op basis van de huisregels (artikel 4.5.1.1) niet toegestaan met uitzondering van een Playstation 1 of een Gamecube. Voorts is aangevoerd dat het BAD is belast met de controle op inkomende en uitgaande goederen. Er vindt geen
registratie plaats van de goederen die niet worden aangenomen als deze niet voldoen aan de regels. De directeur kan daarom niet achterhalen welk merk en type spelcomputer het in deze zaak betreft. Het personeel is bekend met de procedure en regels over
het wel of niet invoeren van een spelcomputer. Het is voldoende aannemelijk dat de aangeboden spelcomputer niet aan de vereisten voldeed zoals vastgesteld in de lijst van toegestane voorwerpen op cel.
Het invoeren van elektronische gezelschapsspellen is niet toegestaan. Zo is dit vastgesteld
op de lijst toegestane voorwerpen.

3. De beoordeling
In de huisregels van de p.i. Krimpen aan de IJssel (versie 1 januari 2015) staat in artikel 4.5.1.1 als verboden voorwerp onder meer genoemd “spelcomputers met USB aansluiting”. Een (schaak)computer zonder USB-aansluiting staat niet vermeld op de in
(artikel 4.5.1.1 van) de huisregels opgenomen lijst van verboden voorwerpen.
De beroepscommissie acht niet aannemelijk geworden dat klager een spelcomputer met een USB-aansluiting heeft willen invoeren. Klager klaagt dus niet over (de toepassing van) een algemene regel, maar over een hem betreffende door of namens de directeur
genomen beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. De uitspraak van de beklagrechter zal daarom worden vernietigd en klager zal alsnog in zijn beklag worden ontvangen.
Nu niet aannemelijk is geworden dat de schaakcomputer die klager wenste in te voeren een USB-aansluiting had en dit wel als feit aan de beslissing de schaakcomputer te weigeren ten grondslag is gelegd, is voornoemde weigering niet voldoende
gemotiveerd.
Gezien het vorenstaande zal de beroepscommissie het beklag gegrond verklaren. Voorts zal zij de beslissing waarover is geklaagd vernietigen, de directeur opdragen met inachtneming van deze uitspraak en overeenkomstig de huisregels klager in de
gelegenheid te stellen voornoemde schaakcomputer opnieuw ter invoering aan te bieden bij het BAD om vervolgens opnieuw te beslissen over deze gewenste invoer. Bij die beslissing dient als uitgangspunt te gelden dat een elektronische schaakcomputer geen
gezelschapsspel is. Dit spel leent zich niet voor een gezelschap, omdat de tegenspeler de computer zelf is.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag. Zij vernietigt de beslissing waarover is geklaagd en draagt de directeur op een nieuwe beslissing te
nemen met inachtneming van haar uitspraak.
Zij bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming toekomt.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, ing. M.J. Mulders en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op

secretaris voorzitter

Naar boven