Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2639/GA, 26 november 2015, beroep
Uitspraakdatum:26-11-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/2639/GA

betreft: [klager] datum: 26 november 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

gericht tegen een uitspraak van 29 juli 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 23 oktober 2015, gehouden in de p.i. Vught, zijn gehoord klager en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Vught.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de plaatsing van klager in het basisprogramma bij zijn binnenkomst in de p.i. Vught op 1 mei 2015 (VU 2015-897).

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en heeft klager een tegemoetkoming toegekend van € 10,=.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager is op 1 mei 2015 in het basisprogramma geplaatst. Tegen die beslissing heeft klager twee klachten ingediend. Bij uitspraak van 29 juni 2015
heeft de beklagrechter één van die klachten gegrond verklaard en een tegemoetkoming van € 15,= toegekend. In de uitspraak van 29 juli 2015, waartegen het beroep is gericht, heeft de beklagrechter klagers andere klacht over hetzelfde onderwerp ook
gegrond verklaard en nu onder toekenning van een tegemoetkoming van € 10,=. In deze laatste uitspraak had de beklagrechter klager evenwel niet-ontvankelijk in zijn beklag moeten verklaren, nu niet twee keer over dezelfde beslissing kan worden geklaagd.

Klager heeft in beroep meegedeeld dat hij eerder € 15,= heeft ontvangen in verband met de gegrondverklaring van zijn beklag over zijn plaatsing in het basisprogramma.

3. De beoordeling
Op 1 mei 2015 is klager in het basisprogramma geplaatst. Over deze beslissing heeft hij op 1 mei 2015 geklaagd. Op 7 mei 2015 heeft hij nog eens twee klaagschriften over precies dezelfde beslissing ingediend.
De beklagrechter heeft bij uitspraak van 29 juni 2015 met kenmerk VU 2015-962 klagers op 7 mei 2015 ingediende klachten gegrond verklaard en een tegemoetkoming van € 15,= toegekend.

De beklagrechter heeft bij uitspraak van 29 juli 2015 met kenmerk VU 2015-897 – tegen welke uitspraak de directeur beroep heeft ingesteld – klagers op 1 mei 2015 ingediende klacht gegrond verklaard en een tegemoetkoming van € 10,= toegekend. Nu in deze
uitspraak voor de tweede keer een inhoudelijk oordeel is gegeven over de beslissing van de directeur van 1 mei 2015 tot plaatsing van klager in het basisprogramma, kan deze uitspraak niet in stand blijven. Immers, een gedetineerde kan niet twee keer
over precies dezelfde directeursbeslissing klagen en de beklagrechter kan mitsdien een beslissing van de directeur slechts één keer inhoudelijk beoordelen. De beroepscommissie zal het beroep van de directeur dan ook gegrond verklaren, de uitspraak van
de beklagrechter vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in zijn op 1 mei 2015 ingediende beklag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Waarden, voorzitter, mr. R.S.T. van Rossem-Broos en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 26 november 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven