Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2245/GA, 4 december 2015, beroep
Uitspraakdatum:04-12-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/2245/GA
betreft: [klaagster] datum: 4 december 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Ter Peel te Sevenum,

gericht tegen een uitspraak van 30 juni 2015 van de beklagcommissie bij de locatie Ter Peel, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klaagster,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 20 november 2015, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, is [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de locatie Ter Peel, gehoord.
Hoewel voor klaagsters vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft zij daarvan geen gebruik gemaakt.
Klaagsters raadsman, mr. D.C. Vlielander, heeft schriftelijk gemeld verhinderd te zijn ter zitting van de beroepscommissie te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen, met toepassing van cameratoezicht, een en ander in verband met klaagsters gemoedstoestand en gelet op eerder door klaagster gedane
uitspraken

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en aan klaagster een financiële tegemoetkoming toegekend van € 100,=.

2. De standpunten van de directeur en klaagster
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het beroep is door de directeur ingesteld omdat hij van mening is dat er zeer zorgvuldig gehandeld is ten aanzien van klaagster. Klaagster was in de inrichting bekend in verband met suïcidale uitspraken. Aan de directeur werd gemeld dat klaagster naar
het gerechtshof zou gaan voor de uitspraak in het hoger beroep. Daarbij werd aangegeven dat de psychiater zorgen had voor het geval het arrest van het hof slechter uit zou pakken dan klaagster verwachtte. Daarop heeft de directeur een
risico-inschatting gemaakt. Daarbij was uitgangspunt dat klaagster zo weinig als mogelijk zou moeten worden beperkt. Dat leidde tot de oplegging van de onderhavige (beperkte) ordemaatregel. Klaagster is daarbij dagelijks gezien door een medewerker van
de medische dienst en de maatregel is beëindigd voordat de volle termijn was verstreken.

Door en namens klaagster is haar standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep gehandhaafd.

3. De beoordeling
Uit de inlichtingen van de directeur wordt voldoende aannemelijk dat hem signalen hebben bereikt van (onder meer) de psychiater, op grond waarvan gevreesd moest worden voor de veiligheid van klaagster in verband met mogelijk suïcidegevaar. De directeur
mocht naar aanleiding daarvan maatregelen nemen en kon – bij afweging van alle in aanmerking komende belangen – in redelijkheid beslissen klaagster in afzondering te plaatsen tijdens die momenten dat zij niet deelnam aan gemeenschappelijke activiteiten
en haar dan onder cameratoezicht plaatsen. Nu de directeur zich, door tussenkomst van de medische dienst , dagelijks heeft laten voorlichten over de psychische en fysieke toestand van klaagster en de tenuitvoerlegging van de ordemaatregel heeft
beëindigd zodra daarvoor aanleiding was, moet worden geoordeeld dat de directeur zorgvuldig heeft gehandeld. De uitspraak van de beklagcommissie kan daarom niet in stand blijven en het beklag moet alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. A.T. Bol en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 4 december 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven