Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2859/GB, 1 december 2015, beroep
Uitspraakdatum:01-12-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/2859/GB

Betreft: [klager] datum: 1 december 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 24 augustus 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Lelystad ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 30 maart 2011 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de p.i. Leeuwarden. Op 24 juli 2015 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Lelystad, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.

2.2. Bij uitspraak van 2 september 2015, met nummer 15/1275/GA, van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid van de Pbw, is het beroep van klager, gericht tegen de uitspraak van 17 april 2015 van de beklagcommissie bij de p.i.
Leeuwarden betreffende een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een strafcel wegens betrokkenheid bij een handgemeen met een medegedetineerde, die hem als agressor heeft aangewezen, gegrond verklaard.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris heeft zijn beslissing genomen naar aanleiding van een selectieadvies van de directeur van de p.i. Leeuwarden. Dit advies staat vol met leugens. Klager zou medegedetineerden bedreigen. Dat is niet waar, indien dat wel het geval
zou zijn geweest, was hij daarvoor vast wel een keer disciplinair gestraft. Klager is indertijd intern overgeplaatst omdat er sprake zou zijn van onrust rond klagers persoon. Het betrof hier zeer zeker geen strafoverplaatsing. Ook zou klager in de
afgelopen tijd meermalen disciplinair zijn gestraft voor fysiek geweld. Ook dat klopt niet. Klager is een keer voor een vermeende vechtpartij bestraft. Inmiddels is die zaak door de beroepscommissie behandeld. Daarnaast is er geen sprake van rapporten
of beslissingen tot oplegging van disciplinaire straffen voor het plegen van fysiek geweld. Het voorval met de hete lepel was een ongeluk en geen fysiek geweld. Dit is na onderzoek ook komen vast te staan. Klager is hiervoor geen verslag aangezegd,
Klager vermoedt dat een en ander afkomstig is van het Hoofd Veiligheid in Leeuwarden. Die man heeft ten aanzien van klager last van tunnelvisie. Klager heeft tijdens zijn verblijf in Leeuwarden aangegeven dat hij graag overgeplaatst wilde worden naar
Zwolle. Dit omdat daardoor het bezoek door zijn zoontje van 5 jaar beter te organiseren valt. Klagers ex-vriendin is bereid af en toe naar Zwolle te komen met hun zoon maar zij vindt de afstand naar Lelystad te ver.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op verzoek van de directeur van de p.i. Leeuwarden overgeplaatst naar een andere gevangenis. In Leeuwarden was hij eerder al intern overgeplaatst omdat aannemelijk werd geacht dat klager lotgenoten bedreigde en een medegedetineerde met een
hete lepel had bewerkt. Klager was al eerder verslag aangezegd in verband met betrokkenheid bij fysiek geweld op 24 maart 2015. Klager zou gedetineerden onder druk zetten, bedreigen en niet schromen om fysiek geweld te gebruiken. Hij wist daarbij
buiten
beeld van het personeel te opereren. Klager werd eerder ook al overgeplaatst om soortgelijke redenen. Klager heeft een bezwaarschrift ingediend tegen de selectiebeslissing en daarin aangevoerd dat de bestreden beslissing gebaseerd zou zijn op klagers
GVM-status en dat de selectiebeslissing onvoldoende zou zijn onderbouwd. Ten slotte wordt om overplaatsing naar Zwolle verzocht omdat deze gevangenis voor zijn bezoek meer bereikbaar zou zijn. In zijn beslissing op bezwaar heeft de selectiefunctionaris
aangegeven dat de gronden die hebben geleid tot een eerdere overplaatsing in 2012 soortgelijk zijn als die welke nu gelden. Verder hebben er in detentie door klagers toedoen handelingen plaatsgevonden die aangemerkt worden als voortgezet crimineel
handelen, op grond waarvan klager met de status verhoogd op de GVM-lijst is geplaatst. Een interne overplaatsing heeft niet mogen baten. De selectiefunctionaris heeft verder nog opgemerkt dat een verplaatsing naar Zwolle niet noodzakelijk wordt geacht
en dat de reisafstand naar Lelystad als acceptabel moet worden aangemerkt. In beroep ontkent klager zijn rol bij het ontstaan van de conflicten en onrust in de inrichting.
Over klager is in de p.i. Leeuwarden slechts weinig gerapporteerd. Wel is er sprake van een constante stroom van informatie van meerdere gedetineerden. Klager weet zich zeer goed ‘achter de schermen’ te bewegen. Klagers plaats en status op de GVM-lijst
is op 16 september 2015 door het Operationeel Overleg verlengd. Het Gedetineerden recherche informatiepunt (Grip) zal hieromtrent nog nader rapporteren aan de inrichting. Hoewel klagers negatieve gedragingen in detentie moeilijk hard te maken zijn, is
er voldoende grond voor de aanname dat klager zorg droeg voor de verstoring van de orde en rust in de p.i. Leeuwarden, hetgeen een overplaatsing naar een andere inrichting rechtvaardigde. Klager kan in de gevangenis van de p.i. Lelystad goed gemonitord
worden.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Lelystad is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Uit de inlichtingen van de selectiefunctionaris, waaronder begrepen het selectieadvies van de directeur van de p.i. Leeuwarden, wordt voldoende aannemelijk dat verzoekers houding en gedrag in die inrichting van dien aard was dat de directeur
hierdoor genoodzaakt was klager, na een eerdere interne overplaatsing, voor te dragen voor herselectie. De omstandigheid dat het beklag gericht tegen de – voor zover bekend – enige disciplinaire straf voor fysiek geweld door de beroepscommissie gegrond
is verklaard doet daaraan niet af.
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan daarom, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
De beroepscommissie merkt daarbij nog op dat het door de selectiefunctionaris in zijn reactie genoemde Grip-rapport niet bij de beoordeling behoeft te worden betrokken nu dit rapport dateert van langere tijd na de bestreden beslissing.
Voor zover klager heeft bedoeld dat het beroep met name is gericht tegen de overplaatsing naar de gevangenis van de p.i. Lelystad en niet naar de gevangenis van de p.i. Zwolle geldt dat bezoekproblemen enerzijds inherent zijn aan de detentie terwijl
daarnaast de reisduur van Groningen naar Zwolle niet zodanig veel korter is dan de reisduur van Groningen naar Lelystad, dat dit een overplaatsing in Zwolle zou vereisen. Dat geldt temeer nu klager die bezoekproblemen niet nader feitelijk heeft
onderbouwd.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 1 december 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven