Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/2342/STA, 11 november 2002, schorsing
Uitspraakdatum:11-11-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/2342/STA

betreft: [klager] datum: 11 november 2002

De voorzitter van de beroepscommissie uit de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming heeft kennis genomen van een op 6 november 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

het hoofd van het Centrum voor Forensisch Psychiatrische Zorg Oldenkotte, verder verzoeker te noemen.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 67, vierde lid, tweede volzin, van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, van de tenuitvoerlegging van een uitspraak d.d. 4 november 2002 van dealleensprekende beklagrechter uit de commissie van toezicht bij voornoemde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager, inzake de voortzetting van verblijf op de afdeling voor intensieve zorg.

De voorzitter heeft kennis genomen van bedoelde uitspraak van de beklagrechter en de onderliggende stukken.

1. De standpunten
Verzoeker voert het volgende aan.
Klager is op 11 februari 1999 op de Hilde, een afdeling voor intensieve zorg, geplaatst, omdat hij zich op de reguliere afdeling met betrekking tot zijn diabetes onvoldoende door de staf liet structuren en ondersteunen, waardoor eenlevensbedreigende situatie voor klager zelf ontstond. Afwending van ernstig gevaar voor klagers gezondheid was destijds dan ook de grondslag van de beslissing (artikel 32, eerste lid, onder c, Bvt).
Ter zitting van de beklagrechter d.d. 4 oktober 2002 heeft de behandelend zenuwarts verklaard dat er op dat moment nog twee belangrijke redenen voor verblijf op de Hilde waren, namelijk de in beginsel slechts op de Hilde voorhandenzijnde belangrijke mate van zorg, die klagers ernstige vorm van diabetes vergt, alsmede de begeleiding van klager driemaal per week naar het dialysecentrum door verpleegkundigen die slechts op de Hilde werkzaam zijn. Tevens heeft dezenuwarts verklaard dat de benodigde zorg eventueel ook op een andere afdeling kan worden geleverd, maar dat dit logistieke knelpunten zal opleveren. Naar aanleiding van de beklagzitting heeft het hoofd van de inrichting op 24oktober 2002 schriftelijk zijn beslissing tot klagers overplaatsing naar een beveiligde afdeling aan de beklagrechter kenbaar gemaakt. Deze overplaatsing zal eerst uiterlijk 1 februari 2003 gerealiseerd kunnen zijn. De overplaatsingdient medisch verantwoord te geschieden en dat vergt tijd vanwege logistieke knelpunten. Een slecht voorbereide en onzorgvuldige overplaatsing kan zeer nadelige gevolgen hebben voor klager en zijn gezondheid. Zo moet ook eenvoorziening worden getroffen voor de omstandigheid dat klager aan een rolstoel gebonden is.

2. De beoordeling
De voorzitter stelt vast dat de beklagrechter klagers beklag tegen de door verzoeker genomen beslissing d.d. 11 augustus 2002 tot voortzetting van klagers verblijf op de afdeling voor intensieve zorg, ingaande op 11 augustus 2002 engeldend tot 11 februari 2003 (in de schriftelijke mededeling d.d. 11 augustus 2002 is abusievelijk vermeld van 11 februari 2002 tot 11 augustus 2002), op 4 november 2002 gegrond heeft verklaard.

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van een uitspraak van de beklagrechter slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist.

De voorzitter neemt het volgende in aanmerking. Klager verblijft wegens zijn onverantwoord omgaan met zijn diabetes reeds sedert 11 februari 1999 op de afdeling voor intensieve zorg ter afwending van ernstig gevaar voor zijngezondheid. Op 9 augustus 2002 is klager de schriftelijke mededeling van de ex artikel 7, vierde lid, onder a, Bvt aan het hoofd van de inrichting voorbehouden beslissing tot voortzetting van zijn verblijf op de afdeling voorintensieve zorg voor de duur van een half jaar uitgereikt. Deze beslissing is niet door (de plaatsvervanger van) het hoofd van de inrichting, maar door de behandelend zenuwarts, derhalve onbevoegd, genomen. Een dergelijk verzuimleidt tot formele gegrondverklaring van een klacht, doch niet steeds tot toewijzing van hetgeen wordt verzocht, aangezien daarbij de omstandigheden van het geval in aanmerking dienen te worden genomen.
Blijkens diezelfde schriftelijke mededeling heeft klager bijna drie maanden voorafgaand aan de door klager bestreden beslissing meer verantwoordelijkheid gekregen ten aanzien van het gebruik van medicatie voor zijn diabetes.Hierover heeft de behandelend arts ter beklagzitting onder meer verklaard dat klager deze verantwoordelijkheid sinds korte tijd daadwerkelijk neemt en in dezen geen problemen heeft gegeven. De behandeling ter beklagzitting heeftertoe geleid dat het hoofd van de inrichting heeft beslist klager uiterlijk 1 februari 2003 naar een beveiligde afdeling over te plaatsen.
Het vorenstaande leidt ertoe dat naar het voorlopig oordeel van de voorzitter de eerste grond van de oorspronkelijke beslissing, tevens de grondslag van de onderhavige beslissing tot voortzetting van het verblijf op de afdeling voorintensieve zorg, aan laatstgenoemde beslissing is komen te ontvallen. De tweede door het hoofd van de inrichting genoemde reden die voortzetting van klagers verblijf aldaar noodzakelijk zou maken, de logistieke kant van het geheel,kan slechts gedeeltelijk worden aangemerkt als een belang ex artikel 32, eerste lid, Bvt, namelijk voorzover de inrichting in redelijkheid niet voor een snelle oplossing hiervan kan zorgen. In die zin acht de voorzitter een periodevan bijna drie maanden te lang en schorst hij de tenuitvoerlegging van de uitspraak van de beklagrechter tot uiterlijk 1 januari 2003, hetgeen inhoudt dat aan de uitspraak van de beklagrechter met ingang van uiterlijk 1 januari 2003gevolg gegeven moet worden.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek gedeeltelijk toe.

Aldus gedaan door mr. N. Jörg, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. E. van der Waal-van der Linden, secretaris, op 11 november 2002.

secretaris voorzitter

Naar boven