nummers: 15/867/TA, 15/979/TA en 15/980/TA
betreft: [klager] datum: 21 september 2015
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.A.P.F. Hoens, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen de uitspraken van 5 maart 2015 van de beklagcommissie bij FPC Veldzicht te Balkbrug, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 26 augustus 2015, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klagers raadsman,
mr. J.A.P.F. Hoens, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerker bij voormelde inrichting.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij geen gebruik gemaakt van de gelegenheid te worden gehoord.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. de beslissing om klagers bezoekmoment op 13 december 2014 niet door te laten gaan (VE 2014-455 en VE 2014-479),
b. separatie van klager, ingaande op 13 december 2014, en toepassing van cameratoezicht met ingang van 14 december 2014 (VE 2014-454),
c. de omstandigheid dat klager wordt gedwongen te kiezen tussen het luchtmoment en het douchemoment (VE 2014-480).
De beklagcommissie heeft de klachten ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.
2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Ten aanzien van het beklag onder a: de inrichting had het bezoek van klagers ouders gewoon kunnen laten doorgaan. Klager betwist dat zijn gedrag zodanig was dat daarop niet zou kunnen worden gestuurd. In de inrichting is bekend dat het bezoek van zijn
ouders een bijzonder heilzame uitwerking op klager heeft, vooral als hij extra stress heeft. Niet valt in te zien waarom de inrichting niet een minder ingrijpende maatregel, zoals een time out, heeft genomen. Niet gebleken is wat de inrichting heeft
geprobeerd om het bezoek door te kunnen laten gaan.
Ten aanzien van het beklag onder b: dergelijke incidenten gebeuren indien wordt afgeweken van bepaalde afspraken en als klager niet wordt benaderd door zijn vaste contactpersonen; meestal in vakantietijd en op feestdagen. Klager betwist dat zijn
(vernielzuchtige) gedrag zodanig van aard was dat het noodzakelijk was hem te separeren. De inrichting had naar een andere oplossing moeten zoeken. De separatie heeft daarnaast te lang geduurd.
Ten aanzien van het beklag onder c: hoewel de inrichting ter zitting van de beklagcommissie heeft benadrukt dat klager recht heeft op zowel een luchtmoment als een douchemoment, werd hij ook nadien nog gedwongen te kiezen tussen luchten en douchen.
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep gepersisteerd bij de standpunten zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie.
Desgevraagd heeft de juridisch medewerker ter zitting toegelicht dat klager op het moment van opleggen van de separatie totaal niet aanspreekbaar was. Op een dergelijk moment ‘komt er niets bij klager binnen’. Om die reden is besloten klager niet
voorafgaand aan de separatie, maar op een later moment te horen.
3. De beoordeling
Ten aanzien van het beroep inzake het beklag als vermeld onder a. overweegt de beroepscommissie het volgende. Uit de inlichtingen van de inrichting blijkt dat klager op 13 december 2014 geagiteerd, prikkelbaar en moeilijk te begeleiden was. De
beroepscommissie acht op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting aannemelijk dat de inrichting heeft geprobeerd om klager te kalmeren (onder meer door hem in zijn kamer in te sluiten en door meermalen met hem in gesprek te gaan) en om het
bezoek van zijn ouders doorgang te laten vinden, maar dat klager desondanks – ook korte tijd voorafgaande aan het bezoekmoment en zelfs bij het betreden van de bezoekruimte – geagiteerd, geladen en moeilijk te sturen bleef. Gelet op deze omstandigheden
kan de beslissing om het bezoek niet te laten doorgaan niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt, zodat hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot een andere beslissing kan leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal ongegrond worden
verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie zal met aanvulling van de gronden worden bevestigd.
Ten aanzien van het beroep inzake het beklag als vermeld onder b. en c. overweegt de beroepscommissie dat hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot andere beslissingen kan leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal dan ook ongegrond worden
verklaard en de uitspraken van de beklagcommissie zullen worden bevestigd.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraken van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden ten aanzien van het beklag onder a.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, drs. W.A.Th. Bos en mr. C.F. Korvinus, leden, in tegenwoordigheid van
mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 21 september 2015.
secretaris voorzitter