Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2526/GA, 20 november 2015, beroep
Uitspraakdatum:20-11-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Telefoon  v

Uitspraak

nummer: 15/2526/GA

betreft: [klager] datum: 20 november 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere,

gericht tegen een uitspraak van 21 juli 2015 van de beklagcommissie bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 oktober 2015, gehouden in de p.i. Almere, zijn gehoord [...] en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur respectievelijk afdelingshoofd bij de p.i. Almere. Klager en zijn raadsvrouw mr. J.O.A.N. de Vries
hebben schriftelijk bericht niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet doorgeven van een terugbelverzoek van klagers advocaat.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft geen bewijs kunnen overleggen dat zijn advocaat een terugbelverzoek heeft gedaan bij de p.i. Almere. Uit onderzoek is gebleken dat er
geen terugbelverzoek is ontvangen. Ter zitting van de beklagcommissie is in algemene zin gesproken over de procedure die wordt gevolgd bij een terugbelverzoek. Daarbij is ook in algemene zin aangegeven dat het incidenteel wel eens voor zou kunnen komen
dat een dergelijk verzoek niet doorkomt. Dit heeft echter inhoudelijk niets met de klacht te maken.

Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De beklagcommissie heeft terecht de advocaat op haar woord geloofd. De secretaresse van de advocaat heeft een terugbelverzoek gedaan. Ter onderbouwing
heeft de advocaat enkele mailberichten overgelegd waaruit dit blijkt.

3. De beoordeling
Mede in aanmerking genomen de in beroep door de advocaat van klager overgelegde mailberichten van 14 en 15 april 2015 waaruit naar voren komt dat een terugbelverzoek voor klager is gedaan, is de beroepscommissie van oordeel dat de beklagcommissie op
goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep van de directeur zal daarom ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris,
op 20 november 2015

secretaris voorzitter

Naar boven