Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2664/GB, 16 oktober 2015, beroep
Uitspraakdatum:16-10-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/2664/GB

Betreft: [klager] datum: 16 oktober 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.G.E. Koumans, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 21 juli 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een andere inrichting, bijvoorbeeld het Detentiecentrum Schiphol, afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 16 februari 2009 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klagers verzoek om overplaatsing is afgewezen omdat hij in een VRIS-inrichting verblijft terwijl zijn veiligheid voldoende wordt gewaarborgd. Klager verblijft momenteel op de EZV-afdeling van de p.i. Ter Apel. Hij heeft een groot aantal klachten over
uiteenlopende zaken. Hierdoor is de onderlinge verhouding tussen klager en medewerkers van de inrichting ernstig verstoord waardoor de situatie naar klagers mening onhoudbaar is geworden. Een interne overplaatsing is, gelet op klagers conflicten met
andere gedetineerden, niet aan de orde. Klager is dan bang voor zijn veiligheid. Hij wil graag worden overgeplaatst naar het Detentiecentrum Schiphol dat net als de p.i. Ter Apel een VRIS-bestemming heeft. Niet valt in te zien waarom klagers veiligheid
daar niet beter zou kunnen worden gewaarborgd.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Uit de inlichtingen van de inrichting kan worden opgemaakt dat klager erg achterdochtig is en dat dit mogelijk in een andere inrichting na enige tijd ook het geval zal zijn. Er is thans geen sprake van een onwerkbare situatie. De genoemde overplaatsing
naar het Detentiecentrum Schiphol is niet reëel. Die inrichting is aangewezen als huis van bewaring (h.v.b.) en klager dient als afgestrafte gedetineerde in een gevangenis te worden geplaatst.

4. De beoordeling
Klager heeft geen geldige verblijfstitel in Nederland en is afgestraft. Hij valt daarom in de categorie gedetineerden die moeten worden geplaatst in een gevangenis, tevens zijnde een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen als
bedoeld
in artikel 20b, tweede lid onder a, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden

De gevangenis van de p.i. Ter Apel is een dergelijke gevangenis. Het door en namens klager aangevoerde alternatief voor plaatsing, te weten het Detentiecentrum, Schiphol kan niet in aanmerking komen omdat deze inrichting wel een inrichting is voor
strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen, maar uitsluitend is aangewezen als h.v.b. Nu voorts uit de inlichtingen van de selectiefunctionaris voldoende aannemelijk wordt dat een overplaatsing naar een andere inrichting dan de p.i. Ter Apel klagers
klachten niet zal doen opheffen of verminderen, is er geen aanleiding voor een overplaatsing naar een andere inrichting. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan daarom, bij afweging van alle in
aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 16 oktober 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven