Nummer: 15/3489/GB
Betreft: [klager] datum: 3 november 2015
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door [...], namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 19 oktober 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep om zich op 28 oktober 2015 te melden in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard.
2. De feiten
Op 29 september 2015 is klager opgeroepen zich op 28 oktober 2015 te melden in de p.i. Nieuwegein voor het ondergaan van zestig dagen gevangenisstraf. Op 19 oktober 2015 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 19 oktober 2015
niet-ontvankelijk is verklaard. In het kader van de beroepsprocedure is de melddatum uitgesteld tot 6 november 2015.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager is op het moment te ziek om zich te melden. Bovendien is het voor klagers herstel niet bevorderlijk om in detentie te zitten. Klager verzoekt dan ook om uitstel
van zijn meldplicht totdat hij weer beter is. Klager gaat voor een bepaalde geneeswijze op en neer naar het buitenland. In Nederland loopt klager bij een psychiater, maar dit biedt geen uitkomst. Klager is heel bang in het donker. Zodra het donker is
loopt klager te ijsberen en hierdoor slaapt hij bijna niet. Klagers familie is druk bezig om hem hier overheen te helpen. Daarnaast heeft klager een vrouw en een zoontje van één jaar die hem hard nodig hebben. Een gevangenisstraf zou op dit moment aan
klager niet ten goede komen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt – zakelijk weergeven – toegelicht. De selectiefunctionaris stelt primair dat klager zijn bezwaarschrift niet binnen de daarvoor gestelde termijn van zeven dagen heeft ingediend.
Daarmee is klager niet-ontvankelijk in zijn bezwaar. Ten overvloede voert de selectiefunctionaris aan dat uit de aanwijzing van het Openbaar Ministerie ten aanzien van het uitstelbeleid volgt dat uitstel van de meldplicht om verschillende redenen kan
worden toegekend. Voorop staat echter de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf en daarom wordt slechts in uitzonderlijke omstandigheden uitstel verleend. Klager verzoekt om uitstel, omdat hij op dit moment te ziek is om zich te melden.
Daarnaast heeft klager een gezin. Hoewel de selectiefunctionaris begrip heeft voor klagers wens, heeft hij – zowel in bezwaar als in beroep – zijn gezondheidsklachten niet feitelijk onderbouwd. Nu de bewijsmiddelen over klagers medische toestand
ontbreken en het onduidelijk is waarom klager vanwege zijn gezondheid naar het buitenland moet, dient zijn verzoek om uitstel te worden afgewezen. Bovendien beschikt de inrichting over een medische dienst waar klager terecht kan voor eventuele
hulpvragen. Klager kan bij de medische dienst ook de nodige zorg en behandelingen ontvangen. Het is onvoldoende duidelijk waarom deze zorg niet zou kunnen volstaan. Voor de zorg van zijn gezin kan klager wellicht terecht bij familieleden, vrienden en
bekenden.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Nieuwegein is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.
4.3. Op grond van artikel 17, eerste en tweede lid, jo. Artikel 61, vijfde lid, van de Pbw dient het bezwaarschrift uiterlijk op de zevende dag na die waarop de gedetineerde kennis heeft gekregen van de beslissing waarover hij zich wenst te beklagen
te worden ingediend. Een na afloop van deze termijn ingediend bezwaarschrift is niettemin ontvankelijk, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de gedetineerde in verzuim is geweest.
4.4. De beroepscommissie stelt vast dat het door klager op 19 oktober 2015 ingediende bezwaarschrift tegen de beslissing van de selectiefunctionaris van 29 september 2015 na voormelde termijn is ingediend. In beroep zijn door klager geen
omstandigheden aangevoerd op grond waarvan de termijnoverschrijding verschoonbaar dient te worden geacht. De beslissing van de selectiefunctionaris op het bezwaarschrift van klager is derhalve juist. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.
Ten overvloede overweegt de beroepscommissie nog het volgende. De omstandigheid dat klager psychische klachten heeft en hiervoor wordt behandeld, vormt naar het oordeel van de beroepscommissie, nu klager zijn klachten onvoldoende feitelijk heeft
onderbouwd, geen reden om klager uitstel van zijn meldplicht te verlenen.
Voorop staat de noodzaak tot tenuitvoerlegging.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van M.C. Coster, secretaris, op 3 november 2015
secretaris voorzitter