Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2313/TA, 22 oktober 2015, beroep
Uitspraakdatum:22-10-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/2313/TA

betreft: [klager] datum: 22 oktober 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van, ingediend door mr. A.L. Louwerse, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de uitspraak van 9 juli 2015 van de beklagcommissie bij FPC Oostvaarderskliniek te Almere, verder te noemen de inrichting, voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. A.L. Louwerse om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 10,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het niet verzenden c.q. openmaken van de door klager op 1 december 2014 ter verzending aangeboden (geprivilegieerde) post, op
de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering. Het betrof drie poststukken waaronder een poststuk bestemd voor zijn advocaat. Er is sprake van grove nalatigheid indien post die klager inlevert dagen later door een
medeverpleegde op het terrein wordt aangetroffen. Deze verpleegde, andere verpleegden en de staf hebben alles kunnen lezen. Klager acht een tegemoetkoming van € 50,= op zijn plaats.

Namens het hoofd van de inrichting is aangevoerd dat geen hogere tegemoetkoming zou moeten worden toegekend. De rechtsgevolgen zijn ongedaan gemaakt. Klager heeft zijn post teruggekregen en heeft die alsnog kunnen versturen.

3. De beoordeling
De beroepscommissie kan zich niet verenigen met de toegekende tegemoetkoming. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een hogere tegemoetkoming vaststellen, namelijk € 25,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 25,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter,
mr. R.M. Maanicus en mr.drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 22 oktober 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven