nummer: 15/1011/GA en 15/1983/GA
betreft: [klager] datum: 22 oktober 2015
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen de uitspraken van 9 maart 2015 en 11 juni 2015 van de beklagcommissie respectievelijk de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Sittard,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 25 september 2015, gehouden in de p.i. Vught, zijn gehoord klager, met telefonische bijstand van een tolk in de Poolse taal, en de heer [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Sittard.
Als toehoorder was aanwezig [...], stagiair bij de p.i. Vught.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraken van de beklagcommissie respectievelijk beklagrechter
Het beklag betreft:
15/1983/GA
a. het voorafgaand aan de beslissing omtrent strafoplegging niet horen van klager in een voor hem begrijpelijke taal;
15/1011/GA
b. het sinds 16 oktober 2014 ontbreken van pauze tijdens de arbeid op vrijdagen;
c. het betalen van te weinig loon tot 1 maart 2014;
d. het sluiten van de toiletten in de werkzaal tijdens de arbeid;
e. het voorafgaand aan de beslissing omtrent strafoplegging niet horen van klager in een voor hem begrijpelijke taal;
f. het opstellen van de beschikkingen waarbij een disciplinaire straf en een ordemaatregel zijn opgelegd in een voor klager onbegrijpelijke taal;
g. een disciplinaire straf van twee dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, met verwijdering van de televisie, wegens werkweigering;
h. een ordemaatregel van veertien dagen uitsluiting van deelname aan arbeid wegens werkweigering;
i. onheuse bejegening van klager door het personeel;
j. het niet mogen meenemen van een schaakspel naar de arbeid.
De beklagcommissie respectievelijk beklagrechter heeft het beklag als vermeld onder a., c., e., g., h. en j. ongegrond verklaard en heeft klager ten aanzien van het beklag als vermeld onder b., d. en i. niet-ontvankelijk verklaard, op de gronden als in
de aangehechte uitspraken weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie respectievelijk beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Ten aanzien van het beklag als vermeld onder a. en e. tot en met h. heeft hij het volgende naar voren gebracht. Voorafgaand
aan de strafopleggingen van 24 november 2014 en 6 januari 2015 heeft klager gesprekken gehad met de directeur. Deze gesprekken vonden plaats in het Nederlands, een taal die klager niet begrijpt. Klager is niet in een andere taal gehoord. Klager heeft
verzocht om communicatie met behulp van een telefonische tolk, maar op dit verzoek gaf de directeur geen gehoor. Ook het personeel kon niet helpen bij het tolken. De beschikkingen zijn opgesteld in een voor klager onbegrijpelijke taal. De directeur
discrimineert op afkomst en gebrek aan talenkennis.
Ten aanzien van het beklag als vermeld onder b., d., g. en h. heeft klager het volgende gesteld. Vanaf 16 oktober 2014 is er geen pauze meer op vrijdag, terwijl er voorheen twee pauzes waren. Als de pauzetijd nadert, vraagt klager of er pauze wordt
gehouden. Als dit niet het geval is, dan weigert hij verder te werken. Daarbij mag hij ook geen gebruik maken van het toilet.
Ten aanzien van het beklag als vermeld onder c. Tot 1 maart 2014 werd er 20 uur per week gewerkt in plaats van 18 uur per week. Deze extra uren zijn niet verrekend.
Ten aanzien van het beklag als vermeld onder i. Klager wordt onheus bejegend omdat hij Pool is.
Ten aanzien van het beklag als vermeld onder j. Voorheen mocht klager zijn schaakspel meenemen naar de arbeid. Als er geen werk was, dan speelde hij een potje schaak. Nu mag hij zijn schaakspel niet meer meenemen.
Ter zitting van de beroepscommissie heeft klager toegelicht dat hij wel een beetje Nederlands verstaat, maar als er snel of door elkaar wordt gesproken, dan kan hij het niet volgen. Klager kan zich niet verdedigen, maar begrijpt wel dat hij wordt
gestraft.
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie respectievelijk beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Ten aanzien van het beklag als vermeld onder a. en e. tot en met h. Met betrekking tot het horen op 6 januari 2015
heeft de directeur aangevoerd dat klager gebrekkig, maar verstaanbaar Engels spreekt. De directeur spreekt ook Engels en derhalve is klager in de Engelse taal gehoord. In de inrichting wordt op geen enkele wijze gediscrimineerd. Overigens mag van een
gedetineerde die al geruime tijd in Nederland verblijft en die de mogelijkheid krijgt de Nederlandse taal te leren, worden verwacht dat hij zich enigszins kan redden in het Nederlands.
Met betrekking tot het horen op 24 november 2014 heeft de directeur aangevoerd dat klager alleen de Poolse taal begrijpt en dat de directeur geen Pools spreekt. Gezien het feit dat klager geen Engels, Duits of Nederlands begrijpt, is het onmogelijk om
hem te horen in een voor hem begrijpelijke taal.
Ten aanzien van het beklag als vermeld onder b., d., g. en h. Gedetineerden hebben geen recht op pauze. Als er goed gewerkt wordt, mogen ze tussendoor koffie drinken. Op vrijdag wordt er standaard niet gepauzeerd. Aan klager is een disciplinaire straf
en ordemaatregel opgelegd wegens werkweigering. Het feit dat de toiletten worden gesloten tijdens de arbeid is een maatregel om de aanwezigheid van contrabande in de inrichting tegen te gaan.
Ten aanzien van het beklag als vermeld onder c. Dat klager niet elke keer evenveel loon ontvangt, heeft te maken met de werkzaamheden.
Ten aanzien van het beklag als vermeld onder j. Indien de werkzaamheden het toelieten, mocht klager tijdens de pauze een potje schaak spelen. Op 23 december 2014 werd hem gevraagd de werkzaal op te ruimen, maar hij wilde verder gaan met zijn potje
schaak. Sindsdien is het niet meer toegestaan tijdens de pauze te schaken
Ter zitting voert de directeur aan dat voor klager wel vaker gebruik wordt gemaakt van een tolkentelefoon, maar dat hij niet weet of daarvan gebruik is gemaakt bij afhandeling van bovengenoemde disciplinaire straffen en de ordemaatregel.
3. De beoordeling
Ten aanzien van het beklag als vermeld onder a. en e. tot en met h. overweegt de beroepscommissie als volgt.
Op grond van artikel 57, eerste lid, aanhef en onder c. en k., van de Pbw stelt de directeur de gedetineerde in de gelegenheid te worden gehoord, zoveel mogelijk in een voor hem begrijpelijke taal, alvorens hij beslist omtrent de oplegging van een
ordemaatregel en disciplinaire straf. Ingevolge artikel 57, tweede lid, van de Pbw geschiedt het horen van een gedetineerde zo nodig met bijstand van een tolk.
Op grond van artikel 58, eerste lid, van de Pbw geeft de directeur de gedetineerde van elke beslissing als bedoeld in artikel 57, eerste lid, onverwijld schriftelijk en zoveel mogelijk in een voor hem begrijpelijke taal een met redenen omklede,
gedagtekende en ondertekende mededeling.
Ter zitting heeft klager onweersproken gesteld dat hij op 24 november 2014 en 6 januari 2015 is gehoord in de Nederlandse taal. Op basis van hetgeen ter zitting is aangevoerd en op basis van de eigen waarneming van de beroepscommissie, die klager heeft
gehoord met telefonische bijstand van een tolk in de Poolse taal, staat vast dat klager de Nederlandse taal slechts in zeer beperkte mate machtig is. Gelet hierop acht de beroepscommissie het onvoldoende aannemelijk dat klager, toen hij door de
directeur werd gehoord, heeft begrepen wat de directeur hem heeft gezegd over de reden voor de oplegging van de disciplinaire straffen en de ordemaatregel en voorts dat hij daadwerkelijk in een taal die hij voldoende machtig is zijn kant van het
verhaal
heeft kunnen vertellen. Een en ander staat in de weg aan een zorgvuldige voorbereiding van de bestreden beslissingen. Daarom kunnen die beslissingen niet in stand blijven.
Voorts constateert de beroepscommissie dat de beschikkingen inzake de disciplinaire straffen en de ordemaatregel aan klager niet in een voor hem begrijpelijke taal zijn uitgereikt. Dit is in strijd is met het bepaalde in artikel 58, eerste lid, van de
Pbw.
Gelet op bovenstaande zal het beroep ten aanzien van de beklagonderdelen a. en e. tot en met h. gegrond worden verklaard en zullen de uitspraken van de beklagcommissie respectievelijk beklagrechter worden vernietigd en zal het beklag alsnog gegrond
worden verklaard. Aan klager zal een tegemoetkoming van € 95,= worden toegekend.
Ten aanzien van het beklag als vermeld onder b., d. en j. overweegt de beroepscommissie als volgt. De beroepscommissie constateert dat zij in eerdere uitspraken heeft geoordeeld over deze beklagonderdelen. De beroepscommissie volstaat met verwijzing
naar RSJ 11 maart 2015, nr. 14/4069/GA en 14/4496/GA, RSJ 5 juni 2015, nr. 15/682/GA en RSJ 29 juni 2015, nr. 15/110/GA. De beroepscommissie zal derhalve het beroep ten aanzien van beklagonderdelen b. en d. ongegrond verklaren en de uitspraak van de
beklagcommissie bevestigen met wijziging van gronden. Zij zal de uitspraak van de beklagcommissie ten aanzien van beklagonderdeel j. vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag verklaren.
Ten aanzien van het beklag als vermeld onder c. en i. overweegt de beroepscommissie dat hetgeen in beroep is aangevoerd naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing kan leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep ten
aanzien van de beklagonderdelen c. en i. zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van de beklagonderdelen a. en e. tot en met h. gegrond, vernietigt de uitspraken van de beklagcommissie respectievelijk beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan
klager
een tegemoetkoming toekomt van € 95,=.
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van de beklagonderdelen b. en d. ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van de beklagonderdelen c. en i. ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie ten aanzien van beklagonderdeel j. en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 22 oktober 2015.
secretaris voorzitter