Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2562/JB, 19 oktober 2015, beroep
Uitspraakdatum:19-10-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/2562/JB

Betreft: [klager] datum: 19 oktober 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1995], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 30 juli 2015 van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 oktober 2015, gehouden in de rechtbank Midden-Nederland te Utrecht is gehoord de selectiefunctionaris [...].
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het verzoek van klager tot overplaatsing naar een kliniek in Noord-Holland afgewezen.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van 29 november 2012 de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (p.i.j.-maatregel) opgelegd. Hij is op 19 juni 2012 geplaatst in de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.)
Rentray. Op 10 juli 2013 is hij op verdenking meerdere geweldsdelicten jegens personeel te hebben gepleegd in voorlopige hechtenis geplaatst in de penitentiaire inrichting (p.i.) Almelo. Na observatie door ForCa is hij geplaatst in het PPC van de p.i.
Vught. Op 17 februari 2014 is hij overgeplaatst naar het PPC van de p.i. Amsterdam. Op 25 april 2014 is klager een gevangenisstraf van 140 dagen waarvan 44 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar opgelegd. Op 20 mei 2014 is zijn
gevangenisstraf geëindigd en is zijn p.i.j.-maatregel hervat. Op 9 juli 2014 is klager geplaatst in FPC Veldzicht. Bij uitspraak RSJ 30 maart 2015, 15/61/JB, is klagers beroep tegen de afwijzing door de selectiefunctionaris van zijn verzoek tot
overplaatsing naar een j.j.i. ongegrond verklaard. Op 30 juli 2015 heeft de selectiefunctionaris klagers verzoek om overplaatsing naar een kliniek in Noord-Holland afgewezen.

3. De standpunten
Door klager is het beroep tegen de beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager wil graag dichterbij huis worden geplaatst. Hij wil zijn behandeling serieus oppakken. In de reactie van FPC Veldzicht wordt gesteld dat klager geen agressie laat zien en volgens klager heeft hij dit goed onder controle. Keer op keer worden er
door FPC Veldzicht beloftes gedaan om hem over te plaatsen, maar deze beloftes worden niet nagekomen.

De selectiefunctionaris heeft inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht.
Klager is inmiddels overgeplaatst naar een FPK-afdeling van FPC Veldzicht. Op 14 augustus en 5 oktober 2015 is er vanuit FPC Veldzicht overleg geweest met Hoeve Boschoord over klagers overplaatsing naar die inrichting. Het gaat nu goed met klager en
hij
heeft zijn dag- en nachtritme aangepast. Op 28 oktober 2015 is de verlengingszitting van klagers p.i.j.-maatregel en nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden kan klager worden overgeplaatst naar Hoeve Boschoord.
Ook is gesproken over een eventuele plaatsing van klager in FPA Heiloo. Gezien de zorg en beveiliging die klager thans nodig heeft is Hoeve Boschoord echter het meest aangewezen. Klager heeft een laag IQ en Hoeve Boschoord is gespecialiseerd in de
behandeling en begeleiding van mensen met een lichte verstandelijke beperking. Te zijner tijd kan klager eventueel worden doorgeplaatst naar FPA Heiloo.
De selectiefunctionaris heeft telefonisch contact gehad met klager en hem het verschil tussen de toepassing van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) en de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Bopz) uitgelegd.
Klager heeft geen voorbeelden genoemd waaruit zou blijken dat hij in zijn rechten wordt beperkt nu hij onder de Bopz valt.
Klager wil niet dat zijn ouders bij de behandeling worden betrokken en hij houdt bezoek van zijn ouders af.
Vanwege klagers problematiek wordt het ingeslagen traject met een overplaatsing naar Hoeve Boschoord, volgens de deskundigen, als het meest passend beschouwd. Het beroep dient ongegrond te worden verklaard.

4. De beoordeling
Aan klager is de p.i.j.-maatregel opgelegd. Op 9 juli 2014 is klager geplaatst in FPC Veldzicht op grond van artikel 4, eerste lid aanhef en onder f, Bvt. Vervolgens is klager bij beschikking van 29 april 2015 op grond van artikel 12, achtste lid, Bjj
geplaatst in een FPK afdeling van Veldzicht. Uit de reactie van de selectiefunctionaris blijkt dat inmiddels gesprekken met Hoeve Boschoord hebben plaatsgevonden over klagers plaatsing aldaar. Het gaat thans goed met klager en hij heeft zijn dag- en
nachtritme aangepast. Na de p.i.j. verlengingszitting kan klager in Hoeve Boschoord worden geplaatst. In het dossier zit de indicatiestelling van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie voor plaatsing in Hoeve Boschoord. In
zijn overplaatsingsverzoek geeft klager aan dat hij dichterbij huis wil worden geplaatst. Uit de reactie van FPC Veldzicht van 24 juni 2015 blijkt dat klager geen toestemming heeft gegeven zijn ouders te betrekken bij de behandeling en dat hij het
contact met zijn familie soms afhoudt. De beroepscommissie overweegt dat te zijner tijd bij het in gang zetten van klagers resocialisatietraject kan worden bezien of dit traject in de buurt van een FPK in Noord-Holland kan worden gerealiseerd.
Gelet op het voorgaande kan de beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk of onbillijk worden genoemd.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.J.C. Koens, voorzitter, ing. M.J. Mulders en prof. Dr. F. Boer, leden, bijgestaan door mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 19 oktober 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven