Nummer: 15/2587/GB
Betreft: [klager] datum: 13 oktober 2015
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.C. van Woudenberg, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 30 juli 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) van de locatie Ter Peel te Evertsoord, ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 28 oktober 2011 gedetineerd. In de periode van 26 juli 2013 tot en met 29 december 2014 was zijn voorlopige hechtenis geschorst. Hij verbleef na de schorsing van de voorlopige hechtenis in de b.b.i. van de locatie Tafelbergweg te
Amsterdam. Op 31 juli 2015 is hij overgeplaatst naar de z.b.b.i. van de locatie Ter Peel, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Anders dan in de beslissing op bezwaar en in de beslissing van de voorzitter van de beroepscommissie op het schorsingsverzoek wordt aangenomen, is er ten aanzien van klager geen sprake van een invulling van zijn penitentiair programma dat zou zijn
gericht op de omgeving Bennekom. Klagers partner en zijn dochtertje zijn woonachtig in Den Haag. Het contact van klager met hen is zeer goed en zij hebben de intentie om samen als gezin daar een toekomst op te bouwen. Klager verblijft tijdens zijn
regimaire verloven dan ook niet op het adres van zijn ouders maar is dan steeds bij zijn partner en kind in Den Haag. Dit is aan de reclassering ook kenbaar gemaakt. Klager kan zich nu niet op dat adres inschrijven. Daarmee zou hij de uitkering en
toeslagen van zijn partner in gevaar brengen. Omdat klager nog niet over voldoende inkomsten beschikt, wil hij zich nog niet op haar adres inschrijven. Het is nooit de bedoeling van klager geweest zich na ommekomst van het penitentiair programma
(p.p.)
op het adres van zijn ouders in Bennekom te vestigen. Ook heeft klager nooit de bedoeling gehad om zelfstandige woonruimte in Den Haag te zoeken. Overigens geldt dat de afstand tussen zijn verlofadres en de locatie Ter Peel groter is dan de afstand van
Bennekom naar Scheveningen. Voor klager zou het daarom beter zijn als hij zou worden geplaatst in de z.b.b.i. van de locatie Scheveningen. Hij wil graag vanuit het z.b.b.i.-regime op zoek naar werk in de omgeving van Den Haag. Dat zal vanuit
Scheveningen eenvoudiger te realiseren zijn.
Voorts geldt dat klagers behandeling bij de forensisch psychiatrische polikliniek van De Waag onmogelijk zal zijn als hij in Ter Peel is geplaatst. Dat is zeer onwenselijk omdat die behandeling inmiddels wel al een aanvang had genomen.
Ten slotte speelt nog klagers ADHD-problematiek. Hierdoor kan klager moeilijk met veranderingen omgaan. Plaatsing in Ter Peel brengt voor klager spanningen met zich mee. Een en ander is onwenselijk en het zou beter zijn klager in Scheveningen te
plaatsen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager verblijft sinds 29 april 2015 in de b.b.i. van de locatie Tafelbergweg te Amsterdam. Zijn fictieve einddatum van detentie is 17 juni 2016. Hij is voorgesteld voor een zogenaamd stapeltraject z.b.b.i./p.p. met elektronisch toezicht (e.t.) en de
selectiefunctionaris heeft op dat voorstel positief beslist. De regimaire verloven zal klager doorbrengen op het door hem opgegeven adres van zijn ouders in Bennekom. Ook de mogelijkheid van het volgen van een p.p. is op dit adres geschreven. Bekend is
dat klager zich te zijner tijd wil gaan vestigen in Den Haag maar dat hij daar nu nog geen verblijfadres heeft. Naar aanleiding van dat gecontroleerde verblijfadres in Bennekom, is besloten klager te plaatsen in de locatie Ter Peel. Bij de invulling
van
zijn p.p. is, anders dan klager stelt, uitgegaan van zijn verlofadres, te weten Bennekom. Dit kan blijken uit het omtrent dat p.p. opgestelde advies van GGZ Reclassering Pallier, waarin ook staat vermeld dat klager akkoord is gegaan met het
voorgestelde
programma en de bijbehorende bijzondere voorwaarden.
Klager heeft niet zozeer moeite met veranderingen als wel moeite om om te gaan met onrecht.
Er is door de selectiefunctionaris steeds uitgegaan van de situatie dat klager zijn regimaire verloven doorbracht in Bennekom. Indien hij een ander verlofadres wenst, zal dit via de officiële wege moeten gebeuren. Een dergelijk verzoek is niet gedaan.
4. De beoordeling
4.1. De z.b.b.i. van de locatie Ter Peel is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een zeer beperkt beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die in hoger beroep is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. De beroepscommissie stelt allereerst vast dat het beroep enkel is gericht tegen klagers plaatsing in de z.b.b.i. van de locatie Ter Peel en niet tegen de plaatsing in een z.b.b.i.
Uit het dossier en uit hetgeen in beroep naar voren is gebracht kan worden geconcludeerd dat klager het adres van zijn ouders in Bennekom als verlofadres voor zijn regimaire verloven heeft opgegeven en dat dit adres na controle ook is goedgekeurd. Ook
staat op zich vast dat bij het opstellen van het penitentiair programma, waarmee vanuit de z.b.b.i. van de locatie Ter Peel al een aanvang wordt gemaakt, rekening is gehouden met dat verlofadres en het gegeven dat klager daar tijdens het penitentiair
programma zal verblijven. Uit de rapportage van de reclassering daaromtrent en uit het selectieadvies van de directeur van de locatie Tafelbergweg komt voorts naar voren dat klager met dat advies en de voorgestelde invulling van het p.p. heeft
ingestemd. In zoverre is de beslissing van de selectiefunctionaris, om klager ter voorbereiding op dat p.p. in een z.b.b.i. te plaatsen begrijpelijk en niet onredelijk of onbillijk.
De beroepscommissie beveelt de selectiefunctionaris evenwel aan, gelet op de uitgesproken en onderbouwde wens van klager om in de z.b.b.i. in Den Haag te worden gedetineerd, de mogelijkheden hiertoe samen met hem te onderzoeken.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond .
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 13 oktober 2015.
secretaris voorzitter