Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0843/GA, 23 september 2015, beroep
Uitspraakdatum:23-09-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/843/GA

betreft: [klager] datum: 23 september 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.B. Boone, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 6 maart 2015 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den Ijssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 augustus 2015, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager, zijn raadsman mr. J.B. Boone en de heer
[...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Krimpen aan den Ijssel.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel wegens een positieve uitslag van een urinecontrole op het gebruik van cannabinoiden.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft al jaren niet meer geblowd. Er moet sprake zijn van een vergissing. Om die reden heeft klager € 90,= betaald voor een
bevestigingsonderzoek. Wellicht verkeerde hij in de omgeving van iemand die aan het blowen was. Bovendien verschilden de uitslagen van de testen van elkaar. Daarnaast is de test afgenomen door één bewaarder in plaats van door twee en heeft klager niet
zelf de stickers op de buisjes geplakt.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft op 1 november 2014 een urinecontrole afgeleverd. Uit deze controle kwam een positieve score op THC naar voren van 52 ug/l. Deze score
is te hoog om veroorzaakt te kunnen worden door meeroken. Een dergelijke uitslag wordt meestal behaald door één haaltje te nemen van een joint. Op 6 november 2015 heeft klager een herhalingsonderzoek aangevraagd, waaruit tevens een positieve score
volgde. Klager heeft daarna nog een bevestigingsonderzoek aangevraagd die de positieve score bevestigde. Als afkapwaarde van THC wordt een waarde van 50 ng/ml gehanteerd. De reden voor de iets hogere uitslag van het herhalingsonderzoek is er in gelegen
dat de urine langer in het buisje heeft gezeten en daardoor meer geconcentreerd is. De hogere uitslag van het bevestigingsonderzoek komt door een andere manier van meten.
Volgens procedure zijn de buisjes na afname direct door klager zelf voorzien van een sticker met code, waarvoor hij ook het formulier heeft ondertekend. De urine in de buis was dan ook van klager. Hoewel het niet vereist is volgens de Pbw, wordt een
urinecontrole altijd afgenomen door twee bewaarders. Dat in dit geval de urinecontrole door één bewaarder is afgenomen wordt noch bevestigd noch betwist. Het door klager ondertekende formulier na afloop van de urinecontrole is niet meer terug te
vinden.

3. De beoordeling
Uit inlichtingen die ‘Diagnostiek voor U’- het laboratorium dat de urinemonsters van gedetineerden onderzoekt - in het kader van eerdere beroepszaken heeft verstrekt blijkt dat als afkapwaarde van THC een waarde van 50 ng/ml wordt gehanteerd. Klager
heeft op 1 november 2014 een urinecontrole afgeleverd. Hieruit kwam een positieve score naar voren op het gebruik van cannabinoiden van 52 ug/l. Op 6 november 2015 heeft hij een herhalingsonderzoek aangevraagd, waaruit een positieve score van 55 ug/l
volgde. Klager heeft daarna nog een bevestigingsonderzoek aangevraagd - waarbij een andere onderzoeksmethode wordt gebruikt dan bij het herhalingsonderzoek - en daaruit volgde een positieve score van 70 ug/l.

De beroepscommissie acht het voldoende aannemelijk dat klager bij de urinecontrole van 1 november 2014 positief heeft gescoord op het gebruik van cannabinoiden. Gelet op de hoogte van de uitslag van de eerste urinecontrole acht de beroepscommissie het
onaannemelijk dat deze score is veroorzaakt door meeroken.

Uit de onderliggende stukken en het verhandelde ter zitting concludeert de beroepscommissie dat de urinecontroles zijn afgenomen conform de in artikel 3 van de Regeling urinecontrole penitentiair inrichtingen (hierna: de Regeling) beschreven procedure.
Daarbij merkt zij op dat de Regeling niet voorschrijft door hoeveel bewaarders een urinecontrole dient te worden afgenomen.

Gelet op bovenstaande zal de beroepscommissie het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen met aanvulling van de gronden.

Ten overvloede merkt de beroepscommissie op dat het van belang is dat onderliggende
- getekende - stukken bewaard worden en beschikbaar zijn voor beklag- en beroepzaken tot het moment dat een gedetineerde de inrichting verlaat.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 23 september 2015

secretaris voorzitter

Naar boven