Nummer: 15/2395/GB
Betreft: [klager] datum: 2 oktober 2015
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend namens mr. M.L. van Gaalen, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 20 juli 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Klager is op 7 september 2015 door een lid van de Raad gehoord.
Klagers raadsman is bij dat horen niet aanwezig geweest. Hem is de mogelijkheid geboden om schriftelijk op het hem op 10 september 2015 per email toegezonden verslag van dat horen te reageren. De raadsman heeft van die gelegenheid geen gebruik
gemaakt.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 27 augustus 2014 (in Nederland) gedetineerd. Hij verbleef in de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) van de locatie Westlinge te Heerhugowaard. Op 27 juni 2015 is hij geplaatst in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos, waar
een regime van beperkte gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager is van mening dat de uitslag van de urinecontrole, naar aanleiding waarvan hij is overgeplaatst, onjuist is. Bij hem is eerder bij een tweetal urinecontroles ook een te hoog kreatininegehalte aangetroffen en dit heeft toen niet tot enige sanctie
geleid. Klager gebruikt medicijnen, met name Tramadol, en onderzocht moet worden in hoeverre dat medicijn de uitslag van de urinecontroles kan beïnvloeden. De beroepscommissie heeft eerder al overwogen dat een te laag kreatininegehalte niet zonder meer
hoeft te duiden op fraude. De selectiefunctionaris heeft hier geen expliciete navraag naar gedaan terwijl ook niet blijkt dat met die medicatie daadwerkelijk rekening is gehouden bij de urinecontroles. De beslissing van de selectiefunctionaris is
daarom
onvoldoende gemotiveerd.
Klager heeft – zakelijk weergegeven – op 7 september 2015 tegenover het lid van de Raad het volgende naar voren gebracht.
Bij een urinecontrole op 8 juni 2015 is een te laag kreatininegehalte geconstateerd, waarvoor klager een disciplinaire straf heeft opgelegd gekregen en is overgeplaatst naar een gesloten inrichting. De behandeling van klagers beklagzaak is uitgesteld
tot 21 oktober aanstaande. Klager geeft aan dat bij een tweetal eerdere urinecontroles ook sprake was van een te laag kreatininegehalte, maar dit heeft nooit geleid tot het opleggen van een disciplinaire straf. Verder merkt klager op dat hij tijdens
zijn detentie nooit drugs heeft gebruikt of een positieve urinecontrole heeft gehad. Ter zitting toont klager de uitslag van een urinecontrole van 13 augustus 2015. De uitslag hiervan was goed. Klager merkt op dat hij wel op een verjaardagsfeest is
geweest, maar dat hij samen met zijn vriendin is vertrokken toen er drugs werden gebruikt. Klager krijgt voor zijn dubbele hernia de pijnstillers Tramadol en Diclofenac. Eén van de bijwerkingen van deze pijnstillers is een droge mond, waardoor klager
meer drinkt dan gemiddeld. Klager drinkt ongeveer vier tot vijf liter per dag. Dit verklaart volgens klager mogelijk het te lage kreatininegehalte. Verder merkt klager op dat hij niet sport en dit leidt eveneens tot een lager kreatininegehalte. Klager
meent dat in verband met het overmatig drinken als gevolg van de pijnstillers, in zijn geval een urinecontrole beter in de ochtend kan worden afgenomen dan zoals op 8 juni 2015 aan het eind van de dag.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager scoorde bij een urinecontrole op het gebruik van harddrugs. Uit het herhalingsonderzoek kwam naar voren dat het kreatininegehalte zodanig laag was, dat dit duidde op fraude. Klager is daarop door de directeur voorgesteld voor terugplaatsing naar
een gesloten gevangenis. Naar het oordeel van de selectiefunctionaris mag ervan worden uitgegaan dat de urinecontrole juist is uitgevoerd. Bij de aanvraag voor de urinecontrole is, blijkens verkregen informatie van de inrichting, melding gemaakt van
klagers medicijngebruik. Volgens de verstrekte inlichtingen kan dat medicijngebruik geen invloed hebben op de uitslag van de urinecontrole. Klager is blijkens het bijgevoegde reclasseringsrapport bekend met het gebruik van harddrugs. Klager is, in
verband met de verdenking van de fraude, conform het drugsontmoedigingsbeleid geselecteerd voor een gesloten inrichting.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Zuyder Bos is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.
4.3. Uit de inlichtingen van de selectiefunctionaris, waaronder tevens begrepen het selectieadvies van de directeur van de locatie Westlinge van 23 juni 2015 wordt voldoende aannemelijk dat klager bij gelegenheid van een urinecontrole urine heeft
geproduceerd waarvan het kreatininegehalte lager was dan de grenswaarde van 2,0 mmol/l. Bij een dergelijke uitslag kan in beginsel worden uitgegaan van fraude bij de urinecontrole, die gelijk wordt gesteld met het gebruik van harddrugs. Een dergelijke
uitslag levert een gerechtvaardigde grond op voor terugplaatsing uit een (z.)b.b.i. naar een normaal beveiligde inrichting. Dat is slechts anders indien er sprake is van zodanig bijzondere omstandigheden, dat daardoor dat te lage kreatininegehalte niet
aan klager kan worden verweten. Dergelijke bijzondere omstandigheden zijn niet aannemelijk geworden. Voor zover door en namens klager is gewezen op het medicijngebruik van klager geldt dat uit de inlichtingen van de inrichting voldoende aannemelijk
wordt dat dit de uitslag niet heeft beïnvloed.
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan daarom, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 2 oktober 2015.
secretaris voorzitter