Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2045/GM, 28 september 2015, beroep
Uitspraakdatum:28-09-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/2045/GM

betreft: [klager]i datum: 28 september 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 23 juni 2015 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 14 september 2015, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, is klager gehoord.

De inrichtingsarts verbonden aan de p.i. Ter Apel heeft schriftelijk meegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van
21 mei 2015, betreft de weigering om klager Rivotril voor te schrijven.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht.
Hij wil het niet over de medicatie hebben en alleen over zijn gebroken neus. Hij vraagt waar zijn advocaat is en zegt dat niemand hem helpt .

Namens de inrichtingsarts is het volgende standpunt ingenomen.
Verwezen wordt naar het Besluit Zorgverzekering, artikel 2.8. Er is een wettelijke verplichting om medicatie op stofnaam en niet op merknaam voor te schrijven. Er wordt enkel een uitzondering gemaakt als een patiënt het merkloze middel niet verdraagt.
Niet gebleken is van een medische noodzaak om klager Rivotril voor te schrijven. Klager heeft in andere inrichtingen wel het merkmedicijn ontvangen, omdat hij anders boos/agressief werd.

De voorzitter heeft klager voorgehouden dat ter zitting enkel de onderhavige zaak aan de orde is en dat klager voor de aanvang van de zitting en/of ter zitting geen (naam van een) advocaat heeft opgegeven door wie hij wenst te worden bijgestaan.

3. De beoordeling
Klager is clonazepam voorgeschreven in plaats van Rivotril. Clonazepam is de naam van de werkzame stof. De werkzame stof van Rivotril is clonazepam.

Uit artikel 2.8 van het Besluit zorgverzekering volgt dat de kosten van merkmedicatie, in dit geval Rivotril, niet worden vergoed door de zorgverzekeraar indien hiervoor geen medische indicatie is. Uit de medische gegevens van klager is niet gebleken
dat hij het merkloze middel clonazepam niet verdraagt, zodat er geen medische indicatie is om hem Rivotril voor te schrijven.

De beroepscommissie is van oordeel dat niet is gebleken dat het handelen van de inrichtingsarts in strijd zou zijn met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter,
drs. J.G.J. de Boer en dr. Ing. C.J. Ruissen, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 28 september 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven