nummer: 15/1858/GA
betreft: [klager] datum: 24 september 2015
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 8 juni 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Grave,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 21 augustus 2015, gehouden in de p.i. Vught, zijn gehoord klager en [...], vestigingsdirecteur van de p.i. Grave.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het vier dagen lang niet kunnen beschikken over een waterkoker.
De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het klopt niet dat hij de door het personeel aangeboden ontkalker zou hebben geweigerd. Een personeelslid heeft, na ontkalking van de waterkoker,
vastgesteld dat de waterkoker defect was en de waterkoker meegenomen. Op dat moment had het personeelslid geen andere waterkoker beschikbaar. Er werd klager gezegd dat er een nieuwe waterkoker besteld zou worden. Klager heeft verzocht om een waterkoker
uit een andere cel of van een andere afdeling. Dit bleek niet mogelijk te zijn. De waterkokers zijn afdelingsgebonden, zo gaf het personeelslid aan. Toen klager de volgende dag een ander personeelslid aansprak, werd hem opnieuw ontkalker aangeboden. De
personeelsleden noteren niets, waardoor niet bekend is wat er al was gebeurd. Klager kent het verschil tussen kalkaanslag en een defecte waterkoker. Hij heeft uiteindelijk een nieuwe waterkoker gekregen, maar pas na vier dagen. Gedurende de tijd dat
zijn waterkoker defect was, is niet gezocht naar een passende oplossing. Hij heeft op de vijfde dag een nieuwe waterkoker gekregen en heeft dus vier dagen geen koffie of thee kunnen drinken.
De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Er is navraag gedaan bij de p.i.w.-er van de afdeling. Klager is een ontkalkingstablet aangeboden. Hij was nogal dwingend en wilde alleen een nieuwe
waterkoker. Klager kon geen koffie of thee zetten in verband met de kalkaanslag in zijn waterkoker. De waterkoker deed het wel, maar er zat kalk in.
De directeur kan niet bevestigen of klager een nieuwe waterkoker heeft gekregen.
3. De beoordeling
De beroepscommissie acht aannemelijk geworden dat de waterkoker op klagers cel, nadat geconstateerd was dat hier een gebrek aan kleefde, meegenomen is en dat klager als gevolg hiervan vier dagen niet kon beschikken over een waterkoker. Niet valt in te
zien waarom in de tussentijd niet is getracht klager een andere, in de inrichting aanwezige, waterkoker te verstrekken. Ook is niet gebleken dat klager in de tussentijd koffie en/of thee aangeboden heeft gekregen. Dat er naar een passende oplossing is
gezocht acht de beroepscommissie niet aannemelijk geworden. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagrechter worden vernietigd en het beklag alsnog gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht termen aanwezig
voor het toekennen van een tegemoetkoming en stelt deze vast op € 5,=.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. MJ. Stolwerk, voorzitter, dr. A. van Kalmthout en J. Plaisier, MSc, leden, in tegenwoordigheid van
mr. M. van Eijk, secretaris, op 24 september 2015
secretaris voorzitter