Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1694/GA, 22 september 2015, beroep
Uitspraakdatum:22-09-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/1694/GA

betreft: [klager] datum: 22 september 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J. de Haan, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 22 mei 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 augustus 2015, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager en namens zijn raadsman mr. A.F.M. Oudijk.
De directeur van de p.i. Nieuwegein heeft op 25 augustus 2015 schriftelijk bericht dat hij verhinderd is ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de voortgang van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel.

De beklagrechter heeft klager gedeeltelijk niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag en heeft het beklag gedeeltelijk ongegrond verklaard, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De raadsvrouw heeft het woord gevoerd overeenkomstig de door haar ter zitting overgelegde pleitnota. Daarin is onder meer het volgende naar
voren
gebracht.
In de gerechtelijke procedure wordt de noodzaak van voortzetting van de ISD-maatregel getoetst. Het beklag is echter gericht tegen de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel en de inspanningen daartoe die de inrichting onvoldoende heeft verricht. Klager
klaagt derhalve niet over de voortzetting van de ISD-maatregel, maar over de voortgang van het ISD-traject. Over dit onderdeel wordt niet beslist in de gerechtelijke procedure als bedoeld in artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht. Klager dient dan
ook ontvankelijk te worden verklaard in zijn beklag.
Er is geen voortgang merkbaar in klagers ISD-traject. Ruim anderhalf jaar geleden was al bekend dat klager naar een vorm van begeleid of beschermd wonen kon. In april 2014 heeft hij een intakegesprek gehad bij Amerpoort, maar daar kon hij niet terecht.
Daarna was hij in afwachting van een indicatie van Profila Zorg, maar ook daar kreeg hij in december 2014 te horen dat hij niet terecht kon. Vanuit Justitie waren geen plekken ingekocht voor plaatsing in beschermde of begeleide woonvormen. Derhalve
worden op klager budgettaire redenen afgewenteld. Vervolgens heeft klager aangegeven graag bij zijn vriendin te willen wonen. Pas een aantal maanden geleden is contact opgenomen met klagers vriendin om te onderzoeken of hij bij haar zou kunnen wonen.
In
het kader van de toetsing van de voortzetting van de ISDS-maatregel heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 februari 2015 overwogen dat de inrichting de mogelijkheden omtrent een resocialisatie van klager in de regio moet onderzoeken en waar
mogelijk bevorderen. Daarmee heeft het hof aangegeven dat de inrichting tot dan toe onvoldoende inspanningen heeft verricht ten aanzien van de tenuitvoerlegging van klagers ISD-maatregel.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Ten aanzien van de ontvankelijkheid van het beklag overweegt de beroepscommissie als volgt. De directeur is verantwoordelijk voor de (goede) uitvoering van ISD-trajecten bij de in zijn inrichting verblijvende gedetineerden. Vast staat dat de directeur
als (functioneel) leidinggevende verantwoordelijk is voor de werkzaamheden van de ISD-medewerkers. Het verloop van het ISD-traject kan worden aangemerkt als een beslissing namens de directeur als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. De
beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagrechter derhalve vernietigen en klager alsnog in zijn beklag ontvankelijk verklaren.

Uit de onderliggende stukken en het verhandelde ter zitting begrijpt de beroepscommissie dat klagers ISD-traject bijna afloopt en dat de uitkomst daarvan onbevredigend is voor hem. Desondanks acht de beroepscommissie het voldoende aannemelijk geworden
dat de directeur hetgeen in redelijkheid van hem kon worden verlangd heeft gedaan om klager te plaatsen in een vorm van begeleid of beschermd wonen. Immers, er zijn procedures in gang gezet bij Amerpoort en Profila Zorg. Ook zijn verschillende
mogelijkheden onderzocht om klager bij of in de omgeving van zijn vriendin te laten wonen. Van onvoldoende inspanningen door de directeur is niet gebleken. De beroepscommissie zal het beklag dan ook ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 22 september 2015

secretaris voorzitter

Naar boven