Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1199/TA, 7 september 2015, beroep
Uitspraakdatum:07-09-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/1199/TA

betreft: [klager] datum: 7 september 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.O. Roosjen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 7 april 2015 van de beklagcommissie bij FPC de Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 7 augustus 2015, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, is gehoord namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...].
Als toehoorder was voorts aanwezig [...], stagiaire bij FPC de Rooyse Wissel.

Klagers raadsman mr. S.O. Roosjen heeft op 6 augustus 2015 per e-mail bericht dat hij en klager niet ter zitting van de beroepscommissie aanwezig zouden zijn.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat de inrichting bij klager € 24,00 in rekening heeft gebracht wegens beschadiging van een mp3-speler.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft een mp3-speler van de inrichting in bruikleen ontvangen. Hij betwist echter dat de geconstateerde schade het gevolg is van nalatigheid of opzet van zijn kant. De inrichting heeft dit ook niet aangetoond en derhalve kan niet op basis van
artikel 5 van bijlage 2 van de bruikleenovereenkomst de schade volledig bij klager in rekening worden gebracht. Het betreft, anders dan de beklagcommissie heeft overwogen, een individuele beslissing waartegen beklag openstaat.
Bovendien is het gevraagde bedrag veel te hoog, gelet op de waarde van de onderhavige mp3-speler. Een dergelijke mp3-speler is thans in de winkel te koop voor € 6,95.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
In beginsel dient bij schade de kostprijs van het apparaat te worden vergoed. Uit de aanschafbon van de mp3-speler bleek dat deze € 24,00 heeft gekost. Niet bekend is wanneer de mp3-speler is aangeschaft. Klager heeft bezwaar gemaakt tegen dit bedrag.
Daarna is de in de huisregels voorgeschreven bezwaarprocedure gevolgd.
Het door klager genoemde bedrag van € 6,95 is niet nader onderbouwd.

3. De beoordeling
Klager heeft van de inrichting een mp3-speler in bruikleen ontvangen. Op 2 maart 2014 heeft klager deze mp3-speler meegenomen in de luchtkooi. Daarna was de ingang van de mp3-speler ernstig beschadigd. Het apparaat kon niet meer gerepareerd worden. De
inrichting heeft klager medegedeeld dat hij overeenkomstig de bruikleenovereenkomst € 24,00, te weten de inkoopprijs van de mp3-speler, diende te vergoeden.
De klacht is gericht tegen een beslissing van het hoofd van de inrichting jegens klager die een (vermeende) beperking inhoudt van klagers eigendomsrecht. Gelet hierop en op het bepaalde in artikel 56, eerste lid, aanhef en onder e, Bvt is klager dan
ook
ontvankelijk in zijn beklag. De beroepscommissie zal derhalve de uitspraak van de beklagcommissie op dit onderdeel vernietigen.
Klager heeft op 13 februari 2013 de bruikleenovereenkomst met betrekking tot de onderhavige mp3-speler getekend. De beroepscommissie acht het niet redelijk dat klager het volledige aankoopbedrag van € 24,00 dient te vergoeden. De beroepscommissie zal,
bij gebreke van enige onderbouwing van het door klager genoemde bedrag van € 6,95 - welk bedrag ook niet uit ambtshalve onderzoek van de beroepscommissie naar voren is gekomen - het door klager aan de inrichting te betalen bedrag vaststellen op €
15,00.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond.
Zij stelt het aan de inrichting door klager te betalen bedrag vast op € 15,00.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, drs. M.R. Daniel en drs. C.W. van der Meer, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 7 september 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven